verzoeking gebragt worde om uit zijne Noord-
lijkfte Mexikaanfche havenen te handelen, door
de nieuwe goud-mijn, in de bont-werken van
Korting Georges Kanaal ontdekt, die het in zij-?
ne fchepen van Manilla als een zeer veel getrokken
artijkel van koophandel naar de Chinee-
fche markt kan brengen, zal die markt waar-
fchijnlijk door eenen regtftreekfen handel „op
Amerika van Canton zelf, van die kostbaare arcij-
kelen voorzien worden, welke de inwooners van
China tot nog toe alleen langs den langduurigen,
en kostbaaren omweg van Kamfchatka en Kiach-
ta ontvangen hebben.
Deeze en veele andere verbeteringen in den
koophandel kan men met reden verwagten dat
uit de ontdekkingen der Britten, zelfs nog in
onzen tijd , zullen voortvloeien. Maar als wij
naar toèkoomende eeuwen vooruit zien, en naar
toekoomende veranderingen in de hiftorie des
koophandels, door het herdenken aan deszelfs
verfchillende voorledene omwentelingen en verhuizingen
, mogen wij ons vleien met het denkbeeld
dat hij ten minfteh eindelijk zal doordringen
in de uitgeftrektheid der landen, met welke onze
togten eene gemeenfchap geopend hebben, en
daar zal overvloedige reden zijn om de aanmerking
van Kapitein cook met opzigt tot Nieuw-
Zeeland, welke ook op andere door hem ontdekte
landen mag toegepast worden te onderfchrijféhrijven
dat, „ fcboon zij verre verwijderd zijn
„ van de tegenwoordige handeldrijvende wae-
„ reld, men geenzints kan zeggen welk gebruik
,, toekoomende eeuwen zullen maaken van de
, , ontdekkingen, die in de onze gedaan zijn. ” (*)
Uit dit oogpunt befchouwd moet zekerlijk de nuttigheid
van de laarfte reizen erkend worden, en
dan mogen wij wel zeggen dat de hiftorie van
hetgeen op dezelve verrigt is, die in de volgende
deden zal voleindigd worden, de billijkfte
aanfpraak heeft om ktyi/xk is (jeen bezit voor
altoosj) genoemd te worden, alzoo zij eenen fchat
van belangrijke narichten tot de laate nakoom-
lingfchap zal overbrengen.
4» Maar gefield dat wij al te groote verwagtiH-
gen hebben opgegeeven van voordeelen in den
handel, of binnen ons.eigen bereik, of die trapswijze
in eenen toekomftigen tijd zullen ontwikkeld
worden, als de vrugten van onze ontdekking
reizen, dan mogen wii dezelve egter nog wel be-
fchouwen als eene loflijke pooging om den voorraad
van menseblijke kundigheden te vermeerderen,
met opzigt tot een voorwerp, dat voorzee-
kor niet kan misfen de aandacht van den verlichten
mensch -te verdienen. Onze vermogens te
koste te leggen om door vernuftige uitvindingen
de grootte en den afftand van de zon te leeren
ken-
( * ) IV Deel bladz. 136.
***!■ $*