
 
		, s  genoegzaame  naau.wkeurigheid  te  volbfën*  
 »  gen.  ( * ) 
 ?t.  t>e 
 Bij  deeze  aanmérkitlgëri  van  den  Heer  wAlèi   
 moet  ik  nog  voegen  dat  de  vorderingen  van  onze  zee - officieren  
 in  het  doen  van  waarneemingen  op  zee  voornamelijk  
 moeten  worden  toegefchreven  aan  de  groote  zorg  voor  
 die  gewigtige  zaak,  welke  het  cotnptoir  van  lengte  heeft  
 aangewend;  het  heeft  milde  beloöningèn  gegeeven  aan  
 wiskundigen  voor  het  Volledig  maaken  van  de  maan ■  tafe*-  
 len  en  het  gemaklijk  maaken  van  de  berekeningen,  en,  
 aan  konftenaars  voor  [het  vervaerdigen  van  naaüwkeuriger  
 werktuigen  oih  waarteneemen,  en  uurwerken,  die  beter  
 óp  zee  konden  gaan.  Het  blijkt  dan  dat  de  verrigtingeh  
 van  het  comptoif  van  de  Lengte  en  de  ónrdekking-reizen  
 hand  aan  hand  gongen,  eh  zij  moeten  öök  vereériigd  
 worden *  wil  men  een  duidlijk  denkbeeld  hebben  van  de  
 uitgeftrektheid  van  het  ontwerp,  dat  zedert  Zijner Majefteit  
 komst  tot  den  troon,  tot  verbetering  van  de  fterrekunde  en  
 de  zeevaart  is  ter  uitvoer  gebragt.  Maar,  behalven  hét  
 ihrigten  van  het  Cotnptoir  vah  de" Lengte  op  deszelfs  te-  
 genswoordigetl  voet,  dat  zulke  gewigtige  gevolgen  gehad  
 heeft,  zal  men  altoos  moéten  erkennen  dat  zijne  tegens-  
 woordige  Majefteit  zijne  koninglijke befcherming  heeft  uit-  
 geftrekt  tot  alle  takken  van  de  vrije  konden  en  nuttige  
 Weetenfchappen.  Het  mild  gefchehk  aan  de  koninglijke  
 Maatfchappij  tot  de  kostéö  vtiri  het  Waarnéèmen'va'ri  den  
 overgang  van  venus  over  de  zon,  de  inftelling  van  de  Aka-  
 demie  van  Schilder-  en  Beeldhouw ■ konst,  de  pragtige  
 vertrekken,  voor  de  kohinglijke  en  oudheidkundige Maap-  
 fchappijen  ihgeruimd,  en  voor de  koninglijke  Akademie  in  
 het  paleis  Van  Sommerfet,  dé  onderfteuning  van  den  tuin  
 Van  vreemde  gewasfea  te  Kevv ,  om Welken  te  voorzien  de 
 *  Heer 
 „   De  plaatfen,  daar  de  tijd  en  hoogte  derge-  
 „   tijen  op  deeze  reizen  zijn  waargenoomen,  zijn  
 -zeer  veele  in  getal,  en  hieruit  fpruit  een  ge-  
 „   wigtig  artijkel  van  nuttige  kennis.  In  deeze  
 „   waarneemingen  booden  zig  enige  zeer  merk-  
 „   waerdige,  en  zelfs  onverwagte  omftandighe-  
 „   den  onzer  overweeging  aan.  Het  zal  genoeg  
 „   zijn  de  zeer  kleine hoogte,  tot welke  de  vloed  
 „   in  het  midden  van  den  grooten  Stillen  Oceaan  
 „   oprijst,  alhier  aanteftippen,  daar  zij  ten  min-  
 „   ften  twee  derde minder is  dan men  uit  de  theo-  
 „   rie  of berekening  zoude  verwagt  hebben. 
 „   De  rigting  en  de  kracht der  ftroomen  in  zee  
 „   maaken  insgelijks  een  gewigtig  onderwerp  uit.  
 „   Men  zal  bevinden  dat  deeze  reizen  veele nut«  
 y,  tige  onderrigtingen  in  die  opzigt bevatten,  zoo 
 „   wel 
 A l 
 Heet  masson  naar  dé  einden  van  Afrika  gezonden  
 wierd,  de  daadlijke  aanmoediging  aan  geleerde  mannen  
 en  geleerde  werken  in  verfchillende  vakken  gefchonken,  
 en  bijzonderlijk  die  aan  den  Heer  h e r s c h e u   verleend, 
   die  hem  in  ftaat  gefield  heeft  om  zig  geheel  aan  de  
 verbetering  van  de  Iterrekunde  toetewijdén,  deeze  en  veele  
 andere  voorbeelden,  die  ik  nog  zöude  hebben  kunnen  opdoemen, 
   zoude  Zijner  Majefteit  regeering  grootlijks  beroemd  
 gemaakt  hebben  ,  al  ware  hij  niet  de  befchermer  geweest  
 van  die  welgeflaagde  poogingen  om  de  aardrijkskutr  
 de  en  zeevaart  door  zoo  veele  ontdekking-reizen  te verbeteren.' 
   •  "  ’• 
 VIII.  DEEL.   VVV**»* 
 Pr ’ I