
 
		in  eehe  ligging,  zoo  gemaklijk  om  de  ontdekkingen  
 door  deszelfs  wijde  uitgeftrektheid  te vervolgen  
 ,  hielden  de  Spanjaards  zig  te  vreden met  dé  
 kust-vaart*  tusfëhen  hunne  eigen  havenen*  eh  
 ilevenden  nooit  den  wijden  .afgrond,  die  dat  gedeelte  
 van Amerika van Afia fcheidt*  over,  dan  in  
 feene  onveranderlijke  koers- linie *  misfchien maai1  
 met  een  enkel  fehip  in het  jaar  tusfehen Acapuleö  
 en Manilla. 
 De  koerfen  van  andefe  Európifëhe  Zee - i eizi-  
 gers  over  de  Stille  Zuid-zee  wierden,  grooten-  
 deels,  door  die  van  de Spanjaarden  geregeld,  erf  
 gevolglijk  binnen  dezelfde  enge  grenzen  beperkt.-  
 Behalven misfchien  Hechts  twee voorbeelden,  namelijk  
 van  i>e  MAiRE  en  ï i öggeVèe ï ï ,  was  
 geen  fehip  van  eene  andere  natie deeze  zee  ingeweven  
 d  door  de  Straat  van  Magalhaens  o f om  
 Kaap  Hoorn,  dan  met  het  oogmerk  van  met dé  
 Spanjaarden  te  handelen, o f vijandlijkheden  tegens  
 hen  te  voeren *  oogmerken,  welke  niet  konden  
 vervuld  worden  zonder  alle  waarfchijnlijke  kans  
 van  veel  tot  onzen  voorraad  van  ontdekkingen  
 toetevoegen  üittefiuiten;  want  het  was baarblijk-  
 lijk  de  zaak  van  alle  zulke  reizigers  Om  hünné  
 kruiscogten  tot  eenen  kleinen  affland van de Spaan-  
 fche  volkplantingen  te  bepaalen,  in  welker  na-  
 buurfchap  alleen  zij  hoöpen  konden  koophandel  
 te  zullen  künnen  drijven*  o f  hunne  kaaperijeh  erf  
 krijgs - operatieën  te  zullen  kunnen  ter  uitvoer 
 brefibrengen. 
   Zij  begonnen  dan  ook,  zoo  dra  zijde  
 Straat  uit,  of  Terra  del  Fuego  om ge vaaren walen, 
   eene  Noordlijke  koers  te  houden,  naar  het  
 onbewoond  eiland  van  Juan  Fernandez,  hunne  
 gewoone  plaats  van  bijeenkomsten  ververfchingi  
 en ,  na  dat  zij  de  kust  van  Amerika  waren  langs  
 gevaaren *  van  Chili  tot  California,  keerden  zij  
 o f  terug  naar  den  Atlantifchen  Oceaan,  of,  zoo  
 zij  het  waagden  de  Zuid- zee  naar  Alia  over  te  
 fteeken,  kreegen  zij  nimmer  in  gedagten  in  de  
 onbevaaren  en  ondoorzogte  deelen  van  diea  
 Oceaan  ontdekkingen  te  onderneemen,  maar ver-  
 koozen  het  betreeden  pad  ( zo o   ik  dus  mag  fpree-  
 ken)   binnen  welker  grenzen  zij  kans  hadden een  
 Philippijnsch  galjoen  te  ontmoeten  ,  dat  hunne  
 reis  voordeelig  voor  hun  zoude  kunnen  maaken*  
 maar  daar  zij  weinig vooruitzigt  konden  hebben *  
 zoo  zij  verlangende  geweest  waren  om  dezelve  
 nuttig  voor het  algemeen  te  doen  zijn,  enig nieuw  
 land  voor  de  waereld-kaart  te  zullen  kunnen  
 winnen. 
 Van  deeze  oorzaaken  moest  het  natuurlijk  gevolg  
 zijn  dat  ’er weinige vorderingen gemaakt wier-  
 den  tot  het  verkrijgen  van  eene  volkoomen  en  
 naauwkeurige  kennis  van  den  Züider  Stillen  
 Oceaan.  Daar  wierd  égter  iets  gedaan  door  de  
 nijvere  en  weleer onderneemende  Hollanders, aan  
 welke  wij drie  reizen  verfchuldigd  zijn,  ondernoo-  
 men om ontdekkingen te doen,  en welker onderzoeking