
 
		de  Ontdekking  onder  mijn  bevel  te  neemen;  ik  
 gaf  Kapitein  clerke  dan  twee  bevelen,  het  
 eerfte  on?  zig  onder  mijn  bevel  te  ftellen,  en  het  
 ander om  zijn fchip  naar  Rlymouth  te brengen. 
 Den  vijftienden  zeilde  de  Refolutie  van  Long  
 Reach,  in  gezelfchap  van  de  Ontdekking,  en zij  
 ankerden  denzelfden  avond  aan  de  Nore•  Des  
 anderen  daags  voer  de  Ontdekking  a f , *  volgens’  
 mijn’  last;  maar  de  Refolutie  kreeg  bevel aan des  
 Nore  te blijven,  tot ik  aan  boord  zopde  koomen,  
 wijl  ik mij  op  dien  tijd  te  Londen  bevond. 
 AIzoq  wij  Otahiti  en  de  Sociëteit - Eilanden  
 moeiten aandoen,  op  onzen weg  naaf  het bedoeld  
 toneel van  pn?e  nieuwe verrigtingen,  befloot mep  
 deeze  gelegenheid  £ de  eenigltq,  die  waarfchijn-  
 lijk  ooit  zoude  voorkoomen)   niet  te  verzuimen,  
 om  om a i   naar  zijn  vaderland  terug  te  brengen.  
 Alles  dan  tot  onze  reis  gereed  zijnde,  vertrok  
 ik met hem  op  den  vier.  en  twintigften,  des morgens  
 ten  zes  uuren,  van  Londen.  Wij  bereikten  
 Chatham  tusfchen  tien  en elf uuren,  en,  bij  den  
 Commisfaris  propv  gefpijsd  hebbende,  had  hij  
 de  beleefdheid  ons  met  zijn  jagt  naar  Sheernetf  
 te  laaten  brengen,  daar  mijne  floep  ons  wagtte,  
 om  ons aan  boord  te  brengen* 
 „om a i   verliet Londen met  een gemengd  gevoel  
 yan  droefheid  en  genoegen.  Als wij  over Engeland  
 fpraken,  en  over  degeene,  die,  geduurende  
 zijn verblijf  in  dit  land,  hem met hunne befcher-  
 A  ming 
 ming of vriendfchap  vereerd hadden,  kon  ik merken  
 dat  hij  gevoelig  was  aangedaan,  en  dat  hij  
 zig bezwaarlijk  van  traarien  kon  onthouden;  maar  
 zoo dra het  gefprek zig op  zijn  eigen  eiland wendde, 
   begonnen  zijne oogen  van  vreugde  te  fchitte-  
 pèn.  Hij  had  een  djep  gevoel van  het goed Onthaal  
 ,  dat  hij  in  Engeland  ontyangen : hady èn  
 yoedde  de  hooglle  gedagten  van  het land  en  het  
 volk.  Maar  hét  aangenaam  vooruitzigt,  dat  hij  
 thans had van  naar  zijn  land  te  zullen  keereh,  be-  
 laadeq  met  hetgeen  hij  wel  wist  dat  aldaar  voor  
 onwaardeerbaare  fchatten  zoude  gehouden  wop-  
 den,  en  de  vleiende  hoop,  welke  het  bezit  
 yan  dezelve  hem  gaf  van  onder  zijne  landslieden  
 tot  eene  uitfteekende  meerderheid  te  zullen  
 geraaken,  waren  redenen,  die  alle onaangenaame  
 gewaarwordingen  langzamerhand  verdreeve»,  en  
 hij  fcheen  volkoomen  vergenoegd,  toen  hij  aan  
 boord kwam. 
 Hij  wierd  van  Zijne  Majefleit  voorzien  met  
 penen  rijken  voorraad  van  alles  wat  wij,  gedup-  
 rende onzen omgang  met  zijn  land,  bemerkt  had>»  
 dep  aldaar  in  enige  achting  te  zijn,  zoo  tot  nut  
 als  tot  fieraad.  Hij  had,  behalven  dit,  veele- ge>-  
 fchenken  van  denzelfden aart  ontvangen  van  Lord  
 s a n dwi c h ,  den  Heer  jozephp  banes  ea  
 yerfcheiden  Heeren  en  Dames  van  zijne  kennis.  
 In  kort,-men  had  alles* aangewend!,  zoo  gedna-  
 A  5  ren