
 
		mede alle  de  Reizen  van  j.  cook  volledig  zullen  
 wezen. 
 De  befchrijving  van  deezen  togt  is  tot  de  aankomst  
 van  co ok   te  Owhyhee,  daar  deeze  on-  
 Herflijke  man  zijne  roemrijke  loopbaan  eindigde, 
   uit  de  pen  van  hemzelven  gevloeid.  Zij  
 onderfcheidt  z ig ,  even  als de  voorige,  door eenvoudigheid  
 ,  waarheid  en  naaüwkeufigheld;  de  
 waarneemingen  over  de  natuurlijke  hiftorie  ,  
 waarin  hij  niet  bedreven  was,  en  over de  zeden  
 en  taaien  der  Wilden  heeft  hij  door  zijnen heel-  
 meefter  ande r son  laaten  te  boek  (lellen,  en  
 het  handfchrifc  is  door  den  Heer  d.  d o u g e a s ,  
 Domheer  te  Windfor,  wien  men  deeze  taak  had  
 opgedraagen,  befchaafd  en  tot  den  druk  gereed  
 gemaakt,  die  ’er  hier  en daar  enige  aantekeningen  
 heeft  bijgevoegd,  en  eene  breedvoerige  inleiding  
 voor  het  werk  heeft  gefchreven.  Het  vervolg  
 van  de  reize,  na  het  onherftelbaar  verlies  van  
 c o o k ,  is  alleen  het  werk  van  den Heer  r i n g ,  
 die,  na  den  dood  van  Kapitein  c l e r k e ,  het  
 bevel  over  de  twee  fchepen  voerde,  een’  man,  
 die  met  de  zeevaartkunde  de  kennis  van  de  hoo-  
 gere  (lerrekunde  verbond,  en  te  Oxford  de  
 doéloraale  waerdigheid  als  eene  eere * betooning  
 had  ontvangen. 
 In  de  vertaaling.  van  de  Reize  zelve  heb  ik ,  
 volgens  mijn  eens gemaakt  en  tot  hier toe  gevolgd  
 ontwerp,  niets  agter  wege  gelaaten;  in  de  inleiding 
 ding  daarentegens  vond  ik  veel  wijdloopigs,  veel  
 langdraadigs,  dat  ik ,  overal  daar  het  niets  nieuws  
 o f  niets  belangrijks  voor  den  nederduitfchen  lee-  
 zer  behelsde,  o f beuzelachtige aanmerkingen  ver-  
 vattede,  heb  bekort  ,  o f  overgeflagen,  onder  
 andere  daar  de  goede  Domheer,  zijne  hoedanigheid  
 van  hiftoriefchrijver  voor  die  van  Theologant  
 vergeetende,  triomph  roept  over  de  twijfelaars  
 aan  de  openbaaring,  omdat  cook  do  
 nabijheid  van  Afia  en  Amerika  bewezen,  en  
 aldus  het  Mpfuïsch  verhaal  van  het  bevolken  
 der  aarde,  volgens  hem,   bovenalle  bedenking  
 gefield  heeft, 
 De  Heer  g.  forster  gaf  reeds  in  hetjaar  
 1787  eene  hoogduicfche  vertaaling  van  deeze  
 reize  in  twee  deelen  in  quartp  in  het  licht,  in  
 welke  hij  meer  pp  onkpstbaarheid  dan  volledigheid  
 gedoeld  heeft,  doch  die dat voorrecht  heeft,  
 dat  zij,  bewerkt  zijnde  door  eenen  man,  die,  de  
 tweede  reis  van  cook  bijgewoond  hebbende,  
 kennis  droeg  van  de  landen  en  voortbrengzelen  
 van  de  Zu id -Z e e ,  met  enige  aantekeningen  van  
 zijne  pen  verrijkt  i§,  waarin  hij  verbetert dat  verkeerd  
 was en  bepaalt dat  onbepaald was,  zoo  veel  
 zig  zulks  doen  liet.  Van  deeze  aantekeningen  
 heb  ik  gemeend,  tot  nut  van  den  nederduitfchen  
 leezer,  gebruik  te  moeten  maaken;  ik  heb  dan  
 uic  die  vertaaling  de  zoodanige  in de  mijne over-  
 genoptnen,  welke  mij  toefcheenen  den  textopt 
   3