pen tot de Stille Zee gemaklijk gemaakt hebben,
200 hebben zij ook onze kennis van den inhoud
dier zee aanmerklijk uitgebreid.
Schoon de onmeetlijke uitgeftrektheid, die gemeenlijk
bij deezen naam bedoeld wordt, nu omtrent
twee en eene halve eeuwen door Europeaa-
nen bevaaren was, was egter verre het grootst
gedeelte van dezelve, bijzonderlijk ten Zuiden
van de evennachtlijn , geduurende deezen tijd
ondoorzogt gebleeven.
Naardien het groot doel van magalhaens
en der Spanjaarden in her algemeen, die de eerfte
zijn, welke dezelve bevaaren hebben, enkel was,
langs deezen weg, aan de Molukfehe en andere
Afiatifche fpecerij - eilanden te koomen, wierden
alle de deelen van den oceaan, die niet aan hunne
westlijke koers lagen , welke aan de noord - zijde
van de evennachtlijn lag, niet behoorlijk door-
20gt, En zoo mendana en QuiRos en enige
ongenoemde reizigers voor hun, ( * ) deeze
koers verlaatende en ten Westen van Calao binnen
den zuider keerkring fluurende, het geluk
hadden van aldaar verfcheiden eilanden te vinden
en vertrouwden dat deeze eilanden konden aangemerkt
worden als tekenen van het befïaan van
een nabuurig zuidlijk vastland, door welks vinding
( * ) Zie hunne ontdekkingen in de Verzameling yaii
s a l 'r ymp l ï van de Reizen in de zuid-zee.
ding zij. zig vleiden den roem van de ö aMa en
coLUMBUs te zullen evenaaren, bragten deeze
zwakke poogingen egter nimmer tot enige Wezenlijke
ontdekking van de onderllelde verborgen
mijn van eene nieuwe waereld; maar integendeel
geraakten hunne reizen, die zonder een oordeelkundig
plan ondernoomen, en welker ontdékkin-
gen onvolmaakt gelaaten waren, zonder’er onmid-
delijk volkplantingen te brengen, o f dezelve naderhand
verder te onderzoeken, ja die naauwlijks in
echte en naauwkeurige dagverhaalen befchreven
waren, bijna in het vergeet - boek, o f wierden
ten minften zoo verwardlijk herinnerd , dat zij
alleen dienden om moeijelijke gefchillen voortte-
brengen over derzelver ligging en uitgeftrektheid,
zoo niet om omtrent derzelver beftaan zelf twijfelingen
te verwekken.
Het fehijnt in het Spaansch Kabinet reeds vroeg
een voorwerp van llaackunde geworden te zijn
alle verdere ontdekkingen in dat waerelddeel te
Itaaken en alle aanmoediging daartoe te weigeren*
Alreeds meelters zijnde van een grooter rijk
op het vaste land van Amerika dan zij voeg-
lijk beheeren konden, en van rijker mijnen
van de kostbaare metaalen dan zij gebruiken
konden, moeiten noch gierigheid, noch eer-
2ugt hen naar eene vermeerdering van heer-
fchappij doen verlangen. En dus, fchoon overal
langs de kusten van deezen Oceaan gezeten,
in