koelte uit het Z. O. ten Z ., en, ondanks mijne
vrees van op de kust van Brazilië te vervallen ,
als ik naar het Z. W. hield * hield ik het fehip
eene volle ftreek van den wind. Ik bevond eg-
ter dat mijne vrees ongegrond was; want, toeii
wij die kust naderden, kreegen wij den wind meer
en meer oostlijk, zoo dat wij, toen wij op io9
Zuider Breedte waren, eene zuid-oostlijke koers
konden ftuuren.
Den
boek melding van te fiiaaken. tERNETTï , de fdirijvep
van bo ugai nv i l l e s Reize naar de Falklands - Eilan«
den, in 1763 en I/64 dagt ’er anders over, want zijn verbaal
van de viering van dit kinderaduig feest aan boord van
Zijn fehip, beflaat zeventien bladzijden, en is bet onderwerp'
van een geheel hoüfdlïnk, onder den tijtel van Sap'
time de la Ligne,
Het is der moeite waerdig zijne inleiding tot de befchriji.
ving van dezelve overtefchrijven : Ce ft un ufage qui ne remonte
pat plut haut que ce célébré voyage d egama qui a
fourni a camoens le fùjet de la Lufia'dé. Uidêe qu'on
ne faûroît être un bón marin fant avoir traverfé l'Equateur
, rennui inféparable d’une longue navigation, un
certain efprit républicain, qui régné dans toutes les petites
fociétés, peut ■ être toutes ces caufet réunies ont pu
donner naijjance à ces efpèces, de Saturnales, Quoiqu'il
en foit, elles furent adoptées en un infant par toutes
les nations, & les hommes les plut éctairés furent obligés
de fe fountettre à une coutume, dont ils reconnoijfoient
Fabfurdité, Hiftoire d'un Eoyage aux i/les Malouines.,
pages 10 j , 108.
Den agtften waren wij op 8° 57' Zuider Breed*
de, dat een weinig zuidwaarts van Kaap St. Au-
gustyn, op de kust van Brazilië was. Onze
Lengte, uit een zeergroot aantal waairneemingen
op de maan afgeleid , was 340 16' W, en volgens
het uurwerk 340 47. De eerfte. is i° 43.'
en de laatfte 20 14' westlijker dan het eiland
Fernando de Noronha, welks ligging op mijne
laatfte reis vrij naauw keurig bepaald is. ( * }
Hieruit befloot ik, dat wij nu niet.verder van hec
vaste land konden zijn dan ten hoogften twintig
o f dertig mijlen, en misfehien niet veel minder,
alzoo wij geen grond peilden, noch andere tekes-
nen van land hadden. Doétor h a l l e y zegt ons
egter in zijne reis, door den Heer d a l r ym p l e
uitgegeeven ( f ) , dat..,, hij niet meer dan hon-
„ derd twee Engelfche mijlen afftand op de mid-
„ daglijn rekende van het eiland [Fernanda de
,, Noronha) tot de kust van B r a z i l i ë én
féhijnt te denken dat „ ftroomen de? eenigfte oor-
„ zaak piet konden zijn dat hij zoo weinig bo-
„ vond.£ Maar ik denk eer dat hij zig bedror
gen heeft, en dat de ftroomen hem verre ten Westen
van zijne voorgenoomen koers gedreven hebben.
Dit wierd enigermaate bevestigd door onze
(*) Zie coors Reizea, I Deel bladz. 23.
C l) Bladz. 11.
D 3