
 
		154  OMf*.  17 7 7 ]  R E I Z E   n a Ar  nrltf 
 kleinere  takken,  de  vrugten  en  bladeren  hebbes  
 eene  aangenaame  bijtende  fmaak,  en  eene  fpeee-  
 rijaGhtige  reuk,  niet  kwalijk  naaf  pepermunt  gelijkende, 
   en  in  zijnen  aart  heeft  hij  enige  overeenkomst  
 met  de mijrten der kruidkundigen  ( * ) * 
 De gemeende  boom  na  deeze  is een kleine boom  
 omtrent  tien  voeten  hoog,  die  veele  takken heeft,  
 met  fmalle  bladeren  ,  en  eene  grbote  geele  rolronde  
 bloem,  Hechts  uit  een  groot  aantal  draad-  
 jens  beftaande,  die,  afgevallen  zijnde,  eene vrugt  
 overlaaten  als  eèn  pijn • appel.  Beden deeze hoornen  
 zijn  in Europa  onbekend. 
 Het  kreupelhout  beftïtat  meest  uit  eenen  heester, 
   dieehigzints  naar eene mijrce gelijkt,  en  die  
 de  leptospermum  fcoparium  ,  in  Doélor  fo r s *  
 t e r s   Char.  Gen.  Plant,  opgenoemd  ,  fchijnt-  
 te  zijn,  en  op  fommige  plaatfen  uit eenen  anderen, 
   die  wat  kleiner  en  eene  nieuwe  foort van d©  
 Melaleuca van  l i n n a e u s  is  (  f.)•; 
 On- 
 (*)   Hoógstwaarfchijnljjk  is  hij  eene verfcheidenheidvalide  
 M e l a l e u c a   L e u c a d e n d r a   van  linneus ,  of  eene  met  
 dezelve  zeer  na  övereenkoomende  foort  van  dat  gedacht.  
 f)eeze  zelfde  boom  gfoeit  menigvuldig  in  N i e u w  - C a l e d o -   
 n i a .  Uic  zijne  bladeren  cfistüeert  men  op  de  Oost-Indi*  
 fche  Eilanden  de  bekende  Cajapocti*olie- 
 O.  FOKSTER. 
 ( f )   De  L e t o s p e r m u m   f c o p a r i u m   is  de Nieuw-Steeland*  
 fche  thee-flruik  ,  welke  de  Heer  aS d ï r s o b   vertnoeef.  
 lijk  niet  zal  bedoeld  hebben  ,  maar  eer  de  L e t  es p .  v i r g a ~ 
 t u r n * 
 A N D