braasfetns , die harder en beter waren dan die,
welke in het meir gevangen wierden. Wij von-
gen ook enige tongen en botheri , twee fporten
van zee-haanén , eene van welke eene nieuwe
foort was, enige kleine gevlakte harders , en
zeer onverwagt het vischjen met eenen zilveren
band aan de zijden, door h a s s e l q u is t athe~
rina hepfetus genaamd.
Maar daar was nog een visch, na den olyphant-
visch de talrijkfle en nog beter dan depze, welken
niemand van ons zig herinnerde immer gezien
te hebben. Hij heeft iets van de natuur beiden
van epn ronden en van een’ platvlsch; hij heeft
de oogen zeer digt bij elkanderen geplaatst; het
voorst gedeelte van het lighaam is zeer plat of ne-
dergedrukt, en het overige is rond.- Hij is van
eene bruinachtige zand • kleur met roestkleurige
vlakken van boven ^ en witachtig van onderen;
uit de menigte flijk, waarmede hij altijd bedekt
yvas , te qordeelen, zot; hij, op de wijze der
■ pl'at-
( * ) Reize naar Palefiina. 1— VermoedUjk bedriegt
zig de fohrijver in deeze foort. A. Hepfetus is , zoo veel
ik w e e t , geen bewooner van de Z u id - z e e , doch wel
browns Ment dia, welken l in neus met eenen visch
Uit Carolina, die zig in de rivieren aldaar ophoudt, heeft
yerwisfeld. Buiten dien vonden wij eene nieuwe foort
Atherina lacunofa F. in Nieuw Caledonia.
6 . F O R S T E * .
platvisfchen, zig op den grond fchijnen te onthouden.
Op de klippen is overvloed van mosfelen en
enige andere kleine fchulp - visfchen. Daar zijn
ook veele zee-Harren, enige kleine patellen, en
eene groote menigte fponfen, van welke eene
foort, die door de zee op Hrand wordt geworpen,
maar die niet zeer gemeen is, een zeer teder zaa-
menweefzel heeft, en eene andere is de hertshoorn
fpons (fpongia dichotoma').
Wij vonden verfeheiden fraaie medufa hoofden
op het Hrand , gelijk ook de Hinkende laplyfia
of.zee-haas ( * ) die, gelijk enige fchrij vers zeggen,
de eigenfchap heeft yan door de fcherpheid
van zijn fap het hair aftebijten; maar deeze foort
ontbrak deeze eigenfchap.
Van Infe&en, fchoon niet talrijk, was hier eg-
ter eene aanmerklijke verfcheidenheid. Onder dezelve
waren fpringhaanen, kapellen, en verfchei-
den foorten van fraai gevlekte motjens. Daar zijn
twee foorten van juffers, bremfen, kameel-vliegen
( f ) , verfeheiden foorten van fpinnen , en
eni-
( * ) Hier wordt denklijk die bedoeld, welke'wij de
zeelong noemen.
VKRTAALER.
( t ) Dus hebben a n d e r s q n en f o k s t e r : An mus-
Qhamekon ? ( de Kameleon - vlieg ? ).
V E R T> A L E R.