
 
		xx I N L E I   D  l  N  G. 
 3.  byron,  Wallis  en  cartëret  hadden  
 alle  hec  hunne  toegebragt  om  onze  kennis  van  
 de  eilanden  in  den  Stillen  Oceaan  binnen  den  Zui-  
 ^der  Keerkring  te  vermeerderen;  doch  hoe  verre  
 deeze  Oceaan  Westwaarts  ftrekte,  welke  landen  
 denzelven  aan  dien  kant  begrensden  en  de,betrekking  
 van  die  landen  met  de  ontdekkingen  van  
 voorige  reizigers  bleef  volftrekt  onbekend  tot  
 Kapitein  co o k ,  op  zijne  eerfte  reis  in  het  jaar  
 .1770,   ( * )   de  mees£  voldoende  beflisflng  van  dit  
 gewigtig  vraagftuk  medebragt.  Met  eene  ver-  
 baazende  ftandvastigheid  en  eene  onvergelijklijke  
 bekwaamheid,  onder  eenen  ongemeenen  zaamen-  
 loop  van  moeijelijkheden  en  gevaaren,  zeilde  hij  
 deeze  kust  ten  naasten  bij  drieduizend Engelfche  
 mijlen  langs,  van  38°  Zuider  Breedte  door  den  
 keerkring,  tot  derzelver  noordlijk  eind  tot  binnen  
 io§° van  de  evennachtlijn,  daar  zij  bevonden  
 wierd  de  landen  te naderen,  welke  reeds  dooi: de  
 Hollanders  onderzogt  waren  op  verfdieiden  reizen, 
   van  hunne  Aliatifche  volkplantingen  onder-  
 noomen,  en  welken  zij  den  naam  van  Nieuw-  
 Holland gegeeven hebben.  Deeze  ontdekkingen,  
 in  de  laatfte  eeuw  voor  Tasmans  togt  gedaan,  
 jiadden  de  noonjlijke  en  westlijke  kusten  van  dit  
 land  doen  onderzoeken,  en Kapitein  cook  liet,  
 door  zijne  uitgeftrekte  nalpooring  aan  d^szelfs 
 Oose- 
 ( * ) ' II  en  III  Deel. 
 I N L E I D I N G ; XXI 
 Oost* zijde,  weinig  meer  over  om  den  gebeelen  
 omtrek  volledig  te  maaken.  Tusfchen  Hicks  
 Kaap,  op  38°  Breedte,  daar  zijn  onderzoek van  
 deeze  kust  begon,  en  dat  gedeelte  van  Van  Die-  
 meris  Land,  van  welk  t a sman  af  ging,  was  
 de  afftand  niet  boven  vijf  en  twintig  zee-mijlen.  
 Het  was  dan  ook  zeer  waarfchijnlijk  dat  deeze  
 landen  aan  elkanderen  vast waren,  fchoon  Kapitein  
 cook voorzigtiglijk  zegt  dat  hij  niet  kon  be-  
 paalen  of  zijn  Nieuw - Zuid -Wales,  dat  is  d$  
 Oost - kust  van Nieuw  Holland,  aanjwz Diemens  
 Land  vast  zij  dan  niet.  Doch  dat  aldus  op  de  
 eerfte  reis  onbeflist  wierd  gelaaten  wierd  in  den  
 loop  van  de  tweede  opgehelderd,  toen  Kapitein  
 furneaux  met  de  Avontuur,  geduurende  zijne  
 fcheiding  van  de  Refolutie  (eene  gelukkige  
 fcheid'ing,  wijl  zij  dus  uitviel j)  in  1773  Van Diemens  
 Land  van  (jeszelfs  zuidlijkfte  punt,  langs  
 de  Oost-kust,  verre  voorbij  de  plaats daar tasman  
 geweest  is,  tot  op  38°  Breedte,  daar  hec  
 onderzoek  van  Kapitein  o ook  in  1770  had  begonnen, 
   heeft  opgenoomen.  ( * ) 
 Daar  is  thans  geen  twijfel meer o f wij  hebben  
 au  eene  volkoomen  kennis  van den,  geheelen  omtrek 
 ( * )   VU  Deel  bladz.  22a, Men  vergelijk &  bter hetgeen  
 ik  in  eene  aantekening  gezegd heb,  VIII  Deel,  bladz.  177, 
 VIATMIÏS,, 
 * *