
neering, vast aan geloofden, en veele ongeleerde
haar aannamen, op hetgeen bun voorkwamen ge_
loofwaerdige getuigenisfen te zijn, egter nog
door andere, die minder vertrouwende o f ongeloo-
viger waren, voor zeer twijfelachtig, zoo niet
ongegrond gehouden wierd, gebood Zijne Ma-
jefteit, die altoos gereed is om alle nalpeuringen
te bevorderen, die kunnen toebrengen om den
voorraad van kundigheden in alle vakken van
weetenfchappen te vermeerderen, dat ’er nog een
togt zoude ondernoomen worden. De uitfteeken-
de dienften, door Kapitein co o k , op zijnen
eerden togt gedaan, weezen hem als met den
vinger aan als den gefchiktden man om een onderzoek,
dat -hij reeds met zoo veel bekwaamheid
gedeeltelijk had ter uitvoer gebragt, te voltooien*
Hij wierd dan in het jaar 1772 mee twee fche-
pen de Refolutie en de Avontuur uitgezonden,
me£ het uirgedrektst ontwerp van ontdekking,
dat in de jaarboeken van de fcheepvaart te vin-;
den is; want hij kreeg bevel niet alleen om den
aardbol rond te vaaren, maar qm dien omtedeve-
nen in hooge zuidlijke breedten, terwijl hij va»
tijd tot tijd zoo veele uitdappen moest doèn in alle
hoeken van den Stillen Oceaan, die voorheen
nog niet doorzogt waren, als zouden kunnen toebrengen
om het veel betwist vaaagduk omtrenr
het bedaan van een zuidlijk vast land in enig gedeelte
van het Zuider halfrond , dat voor dq
fcheep.
.fcheepvaart toeganglijk ware, eens voor al be-
flisfend optelosfen.
De groote aanwinnirtgeft voor de Aardrijkskunde
door de ontdekking van veele eilanden binnen
den keerkring in den Stillen Oceaan, in den loop
van deeze reis, die met eene zonderlingedandvas-
tigheid, tüsfchen drie en vier jaaren gerekt wierd,
zijn reeds opgenoemd; doch het algemeen onderzoek,
dat nu gefchiedde door het geheel Zuider
halfrond, als het voornaamst doel van deeze reis*
heb ik Voor deeze plaats gefpaard.- Hier moeten
wij niet fpreeken van landen, die ontdekt zijn,
maar van zeeën, die doorkruisd zijn, daar men
onderftelde dat landen lagen. Als men de koers
Van de Refolutie en Avontuur door den Zuider
Atlandfchen, den Zuider Indifchen, enden Zuiger
Stillen Óceaanen, welke den aardbol omringen,
nagaat, en die met de koers van de Onder-
neeming vergelijkt, ziet men met eigen oogen
dat Kapitein .co o k in zijne ftandvastige nafpeu-
ringen, over menig een groot vast land gezeild
is, dat, fchoon onderfteld zijnde door voorige zee-
vaarers gezien te wezen, bij de nadering van zijn
fchip, in den boezem van den Oceaan verzonk,
en, als het los gebouw Van een droom,
geene fchaduw agter zig liet. (j* ) Men heeft
ge-
( * ) De Heer lë monni ër hééft in éene Verhandeling
> geplaatst in de Mémoires de 1'Académie des Sciences