
 
		ften  niet  zeer  aangenaam  waren  is  zeeker;  want  
 een man  van  jaaren  gebood,  zoo dra hij  het merkte, 
   alle  de  vrouwen  en  kinderen  heen  te  gaan,  
 waaraan  zij  gehoorzaamden,  fchoon  fommige  een  
 weinig  tegenzin  lieten  blijken. 
 Dit  gedrag  van  Europeaanen  omtrent  de  vrouwen  
 van  de  Wilden  is  ten  hoogften  te  laaken,  al-  
 zoo  zulks  eene jaloezij  bij  haare mannen verwekt,  
 die  gevolgen  kan  hebben,  welke  noodlottig  kunnen  
 zijn  voor  den  uitflag  van  de  gemeene  on-  
 derneeming  en  voor  het  geheel  gezelfchap  reizigers, 
   zonder  de  oogmerken  van  bijzondere  per-  
 foonen  te  bevorderen,  of  hen  in  Haat  te  Hellen  
 het  doel  van  hunne  wenfchen  te  bereiken.  Ik  
 geloof  dat men  algemeen  onder  onbefchaafde  volkeren  
 gevonden  heefc  dat,  daar  de  vrouwen  gemaklijk  
 te  genaaken  zijn,  de  mannen  de  eerfte  
 zijn  om  haar  vreemdelingen  aantebieden,  en  dat,  
 daar  dit  het geval  niet  is,  het  lokaas van  gefchen-  
 ken,  of  de  gelegenheid  van  alleen  met  haar  te  
 zijn  waarfchijnlijk  de  verlangde  uitwerking  niet  
 zal  hebben.  Deeze  aanmerking  zal,  ben  ik  zeeker  
 ,  doorgaan  overal  in  de  Zuid-zee,  daar  ik  
 geweest  ben.  Waarom  zal  men  dan  zoo  dwaas  
 zijn  om  zijne  eigen  veiligheid  en  die van  alle zijne  
 reisgenooten  te  waagen,  om  een  genot  natejaa*  
 gen,  dat  men  waarfchijnlijk  niet zal  verkrijgen? 
 In  den  agtermiddag  begaf ik mij  wederom  naar  
 de  gras-fn ij der s  om  hen  in  hun  werk  voorttezetteiv; 
 ten;  ik  vond  hen  op  Pinguïn-Eiland,  daar  zij  
 eenen  overvloedigen  oogst  van  uitmuntend  gras  
 gevonden  hadden.  Wij  werkten  fterk  door  tot  
 zonne- ondergang,  en  begaven  ons  toen wederom  
 naar  boord,  wel  voldaan  met de hoeveelheid,  die  
 wij  verzameld  hadden,  en  welke  wij  oordeelden  
 toereikende  te  zullen  zijn  tot wij  aan JSHaüw - Zss-  
 land  zouden  aankoomen. 
 Geduurende-  ons  verblijf  alhier  hadden  wij  of  
 ftilce  of  ligte  zugtjens  uit het  poften.  ' Wij  hadden  
 dan  weinig  of geen’  tijd verzuimd' met hier  in  
 te  loopen ;  want  als  ik  zee  gehouden  hadd’ ,  zouden  
 wij  geene  twintig  mijlen  verder  op  onze  reis  
 gevorderd  geweest zijn.  En,  hoe  kort ons verblijf  
 alhier  ook  ware,  heeft-het  mij  egter  in Haat  gefield  
 iets  te  voegen  bij  de  onvolkoomenkennis,  
 welke  men  tot  hier  toe  van  dit  gedeelte  van  de  
 Waereld  bekoomen  had» 
 i  Van  Diemens  Land  is  te  vooren  twee  maaien  
 bezogt  geweest.  Het  is  aldus  genoemd  door  
 t  a s m a N ,  die  het  in  November  1 6 4 2   ontdekte.  
 Van  dien  tijd  af  heefc  geen  Europifche  Zee-reiziger  
 ’er  geweest  tot  Kapitein  f ü r n e a ü x   het  
 in  Maart  1773  aandeed.  Ik  behoef  naauwlijks  
 te  zeggen  dat  het  de  zuidlijkfte punt  vari-Nieuw-  
 Holland  is,  dat,  zoo  het den naam van  vasc land  
 niet  verdient,  egter  verre  het  groötfie  eiland van  
 den aardbol  is. 
 - i Hef