zijne voorreden voor zijne hiftorie van de Engel-
fche Dichtkonst) „ in eene eeuw, die tot den
„ hoogflen graad van verfijning geklommen is,
„ begint die foort van nieuwsgierigheid veld te
„ winnen, die zig bezig houdt met het befchou-
,, wen van de vorderingen van het maatfchaplijk
„ leven, in het ontwikkelen van de trappen,
,, langs welke de weetenfchappen zijn opgeklom-
,, men, en in den overgang van de barbaarschheid
,, tot de befchaaving nategaan. Dat deeze be-
j, fpiegelingen de geliefdfle voorwerpen in zulk
„ een tijdperk worden is zeer natuurlijk. Wij
„ zien terug naar den wilden flaat van onze voor-
,, ouderen met de zegepraal van onze meerder-
,, heid , en fcheppen behaagen in het aanflippen
„ van de trappen, langs welke wij van ruuwheid
„ tot fierlijkheid zijn opgeklommen ; en onze
„ gedagten over dat onderwerp zijn verzeld van
„ eene hoogmoedige bewustheid , grootendeels
„ fpruitende uit eene ftille vergelijking van de
„ oneindige onevenredigheid tusfchen de zwakke
„ poogingen van aloude tijden en onze tegenswoor-
,, dige vorderingen in kennis. Intusfchen zijn de
„ zeden, gewoonten, gebruiken, gedenkflukken,
en denkbeelden der oudheid, zoo fterk eene flrij-
,, digheid met die van onze tijden maakende, en de
„ menschiijke natuur en menschlijke uitvindingen
,, in een nieuw licht, in onverwagte odgpun-
„ ten, en in verfchillendegedaanten vertoonende,
„ voor*
„ voorwerpen , die eene aandoenlijke verbeel-
„ ding krachtig treffen. Ook verleent dit fchouw-
,, fpel niet flechts eene nutlooze voldoening der
„ verbeelding; maar het leert ons ook onze ei-
„ gen aanwinningen op haare regte waerde
„ fchatten en moedigt ons aan om die befchaa-
„ ving te beminnen, die zoo naauw verbonden
„ is met het beftaan en de uitoefening van alle
„ maatfchaplijke deugden. ” Wij behoeven niet
aantemerken dat de zeden, gewoonten, gebruiken,
denkbeelden en gedenkflukken van dé te-
genswoordige bewooneren van de Stille Zee of
van de west-zijde van Noord «Amerika de fterk*
ile flrijdigheid maaken met die van onzen tijd in
het befchaafd Europa, en dat eene aandoenlijke
verbeelding waarfchijnlijk flerker zal getroffen
worden door het verhaal van de plegtigheden van
een Natche op Tongataboo dan van een Góthisch
tournooi- fpel te Londen, door de befchouwing
van de reuzen-beelden op Paasch- Eiland dan
door de geheimzinnige overblijfzelen van Stom-
henge. (*_)
Verfcheiden zonderlinge omflandigheden om
trent
( * ) Een overblijfsel van eene oude rauwe rotonde,
van zeer zwaare fteenen opgerigt, op de heide zeven En-
geifche mijlen ten N. W. van Salisbury flaande en welke
men onderflelt in overoude tijden een tempel van de
Druiden geweest te zijn.
VERTAALER.