
 
		hierin  bedroogen  hadden,enbevonden  dat het een  
 fchier- eiland  was  ,  door  eene  Iaage  land-engte  
 aan  de  kust  gehecht.  De  baai,  die  door  dié  
 fchier - eiland  gevormd  wiéfd,  noemde  ik  Stuit*  
 B a a i  ( Repulfe  Bay')-,  een  tak van  dezelve  feheeri  
 een  goed  eind  naar binnen  V lands  te  loopen naar  
 het  Z.  Z.  W.  Wij  verlieten  dezelve,  eti  
 Huurden  naar  dè  hoordlijke  punt  van  hét fchier-  
 eiland,  die  wij  Howes  Voorland  noemden  ,  ter  
 éere van  den Admiraal Lord  howe . 
 Toen  wij  nabij  dezelve  kwamen,  zagen  wij  
 enige  klippen  en  branding  omtrent  het  noordwestlijk  
 gedeelte,  en  anderhalve  mijl  ten  oosten  
 van  dezelve  twee  eilanden,  die  in  het  eerst  zig  
 maar als een  enkel  eiland  vertoonden.  Ik  Huurde  
 tnsfchen  dezelve  en  het  voorland  door  en  
 was op  den middag  in  het midden  van  het  kanaal.  
 Onze  Breedte  was  op  dien  tijd  bij  waarneeming 
 4&° 
 ( * )   Schoon  k e r g u e l ê n   het  in  het  jaaf  1773'  niet  
 Waagde  dit  gedeelte  van  de  kust  opteüeemen,  koomt  het  
 verflag  van  d é   p a g e s   van  dezelve  wel  met  dat  van  
 C o o K  overeen.  Bu  dix  feptième  au  vingt  £5?  troifième  
 ton  ne  prit  d'autre  connoiffance  que  celle  de  ta  figure  dé  
 la  côte,  qui  courant  d'abord  au  Sud-Efi,  £5?  revenant  
 enfui te  au  Nord- Ef i ,  for moit  un  grand  golfe..  I l  étoit  
 occupé  par  des  brifans  &   des  rochers,  il  avait  aüffi  une,  
 ifîe  baffe  &   affez  étendue,  &   l'on  ufa  d'une  bien  fol*  
 gneufe précaution  pour  ne pas  s'affaler  dans  ce  golfe.  D a  
 pa g e s ,  Tom,  II.  pag.  67. 
 48°  51'  Zuid  ,  en  wij  hadden  van  Kaap  Sti  
 Louis  ( * )   tot  hier  zes  en  twintig  mijlen Oostlijke  
 Lengte  afgelegd. 
 Van  deeze  plaats  lag  het  verst  üirileekend  land  
 naar  het  Zuiden  Z.  0 . 5  maar  de  kust  week  van  
 bet  Voorland meer  zuidwaarts  weg.  De  eilanden  
 voor  Kersmis - Haven  lagen  in  het Noorden;  en  
 de  noordpunt  van  het  Voorland  drie  Engelfche  
 mijlen  in  het N.  6o° W.  Het  land van  dit Schier<  
 Eiland of Voorland  is  van  eene  tamelijke  hoogte  
 en  van  eene heuvelachtige  en  rotsachtige  zelfftan-  
 digheid.  De  kust  is  laag met  rotsachtige punten  
 uitfteekende,  tusfchen  welke  kleine  inhammen  
 zijn met zandige ftranden,  welke  thans  meest met  
 zee-vogelen  bedekt  waren*;  wij  zagen  ’er  ook  
 enige  zee - kalveren  op. 
 Zoo  dra  wij  vrij  waren  van  de  voorgemelde  
 klippen  en  eilanden,  gaf  ik  bevel  Z.  O.  ten  Z.  
 kngs de  kust  te  ftuuren.  Maar  voor  dit bevel  ter  
 uitvoer  kon  gebragt  worden,  zagen  wij  de  gant-.  
 fehe  zee  voor  ons  met  groote  bedden  rots- wier  
 beftrooid,  hetwelk  wij  wisten  dat  op  den  grond  
 vast  was  en  op  klipachtige  banken  groeide.  Ik  
 had dikwijls  eene  groote  diepte  op  zulke  banken  
 gevonden,  en  ik had even  dikwijls  klippen  gevon-  
 den,  die  hutme  toppen  tot  omtrent  de  oppervlakte 
 )   Kaap François,