„ bet jaap 1773, en mij door j. b'anks ter
„ hand gefield en de West * zijde derzelve iszaa-
„ mengebragt uit eene Spaanfche getekende
s» kaart, welke de Heer a. d a l r ymp l e de
„ beleefdheid heeft gehad mij medétedeelen.
„ .De kust van Brazilië van Sera tot Kaap
„ Brio is getekend naar eene kleine kaart van die
„ flreeken door den Heer d a l r ymp l e .
„ Voor het zuidlijk gedeelte van Afrika van
•n d© Kaap de Goede Hoop tot de Kaap Nat al
„ heb ik tot borg de kaart van den -IVJajor j. ren-
„ NELs, Lid van de Koninglijke IWaatfchappij,
„ waarin de üitgeflrektheid van de bank van La-
„ gullus getoond wordt.
Voor het beflaan van de kleine eilandjens
3> klippen en banken ten Ooflen van Madagas-
» kar, en den Archipel van de Maldivifche en
„ Laccidive - Eilanden, voor de kusten van JVTa—
„ lacca, een gedeelte van Cambodia en het ei-
„ land Sumatra heb ik de laatfle opgaaf van den
„ Heer dap re s de > m a n n e v i l l e t t e s -
„ werken in de Neptune Oriental gebruikt.
„ De kusten van Guzaratte, Malabaar, Co-
„ romandel en de kusten aan de overzijde, bevat-
„ ten de de groote baai van Bengale en het eiland
5» Ceylon, en vertoonende de oorfprong van den
„ Ganges en Barampooter of Sampoo- rivieren
n zijn ingelaschc uit het werk van den fchrande*
» ren
„ ren maaker van de kaart van Indoflan, in het
„ jaar 1782 in het licht gegeeven.
„ De Zee van China is getekend naar eene
,, kaart door den Heer d a l r ymp l e uitgegee-
„ ven, maar de lengten van Pulo Sapata, Pul'9
„ Condore, Pulo Timoan, de Straaten vmBan-
„ ca en Sunda en de kusten die wij zagen zija
„ naar onze eigen waarneemingen geplaatst, ge-
„ lijk ook de Oost-kust van Niphon, het voor-
„ naamfle der JapanJche Eilanden.
„ De Jefo en Kurile - Eilanden, de Oost-
„ kust van Afia en Kamfchatka, gelijk ook de zee
„ van Okotsk en de eilanden tusfchen Kamfchat-
„ ka en Amerika, die op de reis door ons niet
„ gezien zijn, zijn uit eene Rusfifche getekende
„ kaart genoomen, die wij op het eiland Oona-
„ lashka opgedaan hebben.
„ De Noordlijke landen van Kaap Kanin bij
„ de Witte Ze e , Oostwaarts tot de rivier Lenay
„ heb ik gegeeven naar de groote Rusfifche
„ kaart, te Petersburgin het jaar 1776 uitgekoo-
„ men, en bevattende de Euxynjche, Caspifche
„ en A r al-Zeeën, gelijk ook de voornaamfle
„ meiren ten Ooflen, waarmede men bedoeld
„ heeft de bronnen van de groote rivieren aante-
„ toonen, die zig in de verfchillende Oceaanen
,, en Zeeën ontlasten.
„ Alle andere deelen van deeze kaart, waar-
„ van