178 DE VULKAAN TJIKORAI.
om in zes uur (van 1—7) naar Maos te rüden. Eerst gaat men op
de zijlijn terug naar Tji Batoe (steenbeek), dan op de hoofdlün
oostwaarts door het schoonste en vruchtbaarste deel van het
Preanger bergland, over Tasik Malayoe en Tjiamis naar Bandjar.
Weer slingert zieh de weg längs de hellingen en door de kloven
van groene tiergen naar boven, overschrijdt op hooge viaducten
diepe rivierdalen en levert heerlijke vergezichten naar het noorden
in het bloeiende "laagland. Bij de ons reeds bekende vulkanen
Fig. 42. Yulkaan T j i k o r a i (2815 meter). De grootsche, to t boven aan den top met
ontoegankelijk oerbosch bedekte pyramide van den Tjikorai beheerscht
de geheele zuidzijde van het dal.
komen nieuwe geweldige vuurspuwende bergen oprijzen, schakels
van de lange keten, die door geheel Java van het westen naar
het oosten loopt. Later, dicht bij Bandjar, draait de weg met vele
kronkelingen naar beneden, en wij verlaten het koele bergland der
Preanger, om de warme vlakte van de residentie B a n j o e m a s 1)
binnen te treden.
‘) Het origineel heeft hier de verkeerde spelling „Bandjumas” [Noot van den
Vertaler].
BAMBOES-BOSSCHEN. J 79
Het nu volgende gedeelte der centraallijn van Bandjar tot Maos
Fig. 43. Stammen van den r e u z e n-b a m b o e (dendrooalamus giganteus). Op den
grond liggen de afgevallen bladscheeden.
werd pas in 1895 als laatste verbindingslid tusschen Oosi