196
staan de standbeeiden van andere Brahmaansche goden, vooral
van Wischnoe en Brahma. In den middelsten, oostelijken tempel
rijdt links Soerya x) op een wagen, rechts Tjandra met tien
paarden. Zoowel de binnenste wanden van deze tempels als de
buitenvlakken der pyramiden zijn met schoone Ornamenten bedekt.
Deze reliöfbeeiden, alle aan de Brahmaansche godenleer ontleend,
overtreffen verre die van Boro Boedoer aan afwisseling in vinding
en compositie, in kracht en leven der uitbeelding, in üjnheid en
bevalligheid van uitvoering. Yele herinneren aan de beroemde
tempelbeelden en altaarfriezen van het Parthenon en van
Pergamon, die wel is waar als kunstwerken veel hooger staan-
Yele groepen van figuren gelijken op die in de rotstempels op het
eiland Elephanta en de Carlie-caves, die ik voor negentien jaren op
mijne tochten bij Bombay zag en in mijn „Indische Beisebriefe”
beschreven heb.
Ten noorden van deze groote hoofdgroep der Parambanan-tempels,
naar den kant van den Merapi-vulkaan, ligt eene andere, grooten-
deels verwoeste groep, T j a n d i Lo emb a n g . Hier Staat een groote
hoofdtempel te midden van zestien kleinere, wier muren met vele
levensgroote, mannelijke en vrouwelijke figuren in basreliefs bedekt
zijn. Nog verder noordwaarts bereiken wij T j a n d i Sewo e , de
beroemde groep der „duizend tempels” . Hier is een groote hoofdtempel
door vier rijen van kleinere tempels omgeven, gezamenlijk
ten getale van 250. Door de aardbeving van 1867 zijn zij grooten-
deels verwoest; maar de rijke reliäfbeeiden uit de Hindoe-mytholo'gie,
die hunne wanden en gangen versierden, zijn dikwijls nog goed
bewaard gebleven en laten ons ook hier de phantasie en scheppings-
kracht hunner Arische bouwmeesters hewonderen. De uitgang der vier
wegen, die kruisgewijs door den doolhof dezer tempelstad voeren,
wordt'döor twee kolossale steenflguren bewaakt, grimmige tempel-
wachters met geweldigen muil en uitpuilende oogen. Dergelijke
figuren, evenals talrijke Brahmaansche godenbeejden — maar ook
hier en daar Böeddhabeelden lg bevinden zieh in andere bouw-
vallen van tempelgroepen, die hier in wijde kringen verstrooid
liggen. Hun geheele aantal wordt op 500 geschat. Zij geven ons
') Zoo moet men lezen in plaats van de verkeerde schrijfwijze Sacrya in het
origineel [Noot van den Vertaler].