weerhaken voorziene staken, die uitgaan van de middelste ribben
van hare schoon gevormde gevederde bladeren, haken ons bij
bezoek aan dit kreupelhout den hoed van het hoofd en scheuren
onze kleeren. Daemonorops vooral is zeer sterk gewapend.
Als wij nu door de heerlijke laan van hooge waaierpalmen
(livistona) aan de westzijde van den tuin naar het noorden gaan,
Fig. 21. Directeurswoning in den Plantentuin te Buitenzorg.
dan hebben wij rechts den zonnigen parkaanleg van den rozen-
tuin, waar middenin eene granietzuil staat, om het aandenken
aan den hoogst verdienstelijken Teijsmann levendig te houden.
Het hooge bamboeboschje op den achtergrond beschaduwt, evenals
treurwilgen, de begraafplaats van de gouverneurs-generaäl en hunne
familieleden. Eene statige laan van witstammige koningspalmen
(oreodoxa regia) voert verder naar het paleis van den Gouverneur-
G-eneraal, met zijne trotsche zuilenrij en koepelbouw. Uit het park
leidt noordelijk eene allee van krachtige waringinboomen naar de
Groote Poststraat; ieder van deze kolossale vijgeboomen (ficus
benjaminea) steunt op talrijke luchtworteis en vormt op zichzelf
eene op zuilen rüstende galerij. Ofschoon de beide rijen boomen
der breede laan, ver uit elkander staan, komen hunne krachtige,
horizontaal van de stammen afgaande takken toch in het midden
samen en vormen een dicht schaduwdak.
De g r o o t e vi jver , die zieh ten zuiden van het regeerings-
paleis uitstrekt en boven in twee armen verdeeld is, levert een
der schoonste landschappen uit den tuin op. Zijne spiegelende
oppervlakte is deels met de stekelige reusachtige bladeren en
witte bloemen der Victoria regia, de grootste aller zeerozen bedekt,
deels met de fraaie bloesems der mythische lotos (nelumbium
speciosum), deels met zeerozen (nymphaea) van verschillende kleur.
Een klein eilandje drijft in het midden van den vijver en vormt
den kleurenrijksten palm bouquet, dien men zieh voorstellen kan.
Boven bonte boschjes croton, acalypha en codiaeum verließen zieh
de slanke stammen der sierlijke, roode pinangpalmen (cystostachys
rendah); hare scharlakenroode bladstelen en bloemscheeden komen
reeds uit de verte helder uit het donkere loof- en takkengewemel
te voorschijn, terwijl de liaan thunbergia grandiflora zieh met hare
groote violette bloemkelken overal doorheen windt. Onder de talrijke
boomen, die de oevers van den grooten vijver omgeven, valt aan
den eenen kant de hoogstammige ravenala madagascariensis *) in
het oog met zjjne waaiervormige, in een vlak loodrecht staande
bladerkroon, aan den anderen kant de Afrikaansche kigelia pinnata,
de zeldzame „Nubische derwischboom'’ — of liever „leverworst-
boom” — want van de schoon gevormde takken van zijne breede
kroon hangen aan touwtjes van een meter lang duizenden groote
vruchten af, die uiterlijk in vorm, grootte en kleur bedrieglijk
op eene smakelijke Brunswijker leverworst gelijken; zij zijn
J) De „Ravenala Madagascariensis” is de travellers tree, waaraan de Maleiers, die
familieverwantschap zoo juist weten te voelen, den naam hebben gegeven van
„pisang ajer” of „pisang kipas”, een naam, die beter is dan de Hollandsche naam
van waaierpalm, want inderdaad is deze plant zeer na verwant aan den pisang.
(’s Lands Plantentuin te Buitenzorg, 18 Mei 1817—18 Mei 1892, p. 70) [noot van
den V e rta le r||l|