der westkust, eenige mijlen ten zuiden van Padang. Om zes uren
’s morgens reden wij inet de spoor naar de Emmahaven, waarbij
zieh, behalve de familie Delprat, nog het echtpaar Anton, consul
Schild en eenige bevriende heeren aan onze expeditie aansloten.
De tocht, vier uur lang, op de mij door den Gouverneur ter beschik-
king gestelde gouvernementsstoomer „Condor” bracht ons, door
het heerlijkste weer begunstigd, längs de met bosch begroeide
kusten, tusschen talrijke kleine koraaleilanden, die als bloemruikers
op de blauwe zee dreven. Boven de steil opstijgende rotsen der
kust verhieven zieh eenige evenwijdig loopende bergreeksen, alle
dicht begroeid, de bovenste en hoogste rand der Barisanketen aan
de verren horizon verdwijnend. De hoogste top ervan, de p i e k
v a n I n d r a p o e r a , bereikt 2562 meter. Hier en daar was beneden
aan het strand de eenzame hut van een inlandschen visscher
te zien. Beneden omzoomde het witte zilveren lint der branding
den voet der bruine rotsen. De verschillende vormen der steile
rotskusten en de schilderachtige daarvoor liggende eilanden leverden
stof voor acht platen van myn schetsboek.
Den schoonsten aanblik leverde de Troesanbaai zelf, die wij
tegen den middag bereikten. Haar groot waterbekken is volkomen
afgesloten door koraaleilanden, die er v66r liggen, en maakt den
indruk van een stil, groot binnenmeer. Maar de prächtige koraal-
banken, die in het zuidelijk deel ervan wonderschoone bonte
bloementuinen onder den zeespiegel vormen, wderleggen dezen
schijn. Op den achtergrond der bocht ligt ten noorden aan den
zandigen oever het uit paalwoningen bestaande dorp Troesan,
welks schilderachtige hutten door kokospalmen beschaduwd worden.
Visschers in kleine bootjes met uitleggers voeren door den blauwen
stroom. Wij bleven daar eenige uren liggen, gebruikten in vroolijke
stemming ons gemeenschappelijk middagmaal aan boord van het
schip en bezochten daarna de aan den ingang der bocht liggende
koraalbanken; behalve bonte madreporen en astraeaceeen vonden
wij nog verschillende zeldzame vormen van gorgoniön en andere
koralen. Om drie uren ’s middags ving de terugtocht aan. De
schitterende avondverlichting der kust en van de lucht, waarin
scharen fraaie moessonwolken zieh ophoopten, bood ons eene