de omtrekken der vulkanen kwamen scherper voor den dag, en
vroolijke vogels begonnen hun morgenlied te zingen. In de dorpen
komt ook leven, de Soendaneesche landbouwers komen uit de
open hutten voor den dag en nemen in de slooten aan de beide
zijden van den weg als naar gewoonte hun morgenbad. De
Chineesche kooplieden openen hunne Winkels, waar niet alleen
eetwaren, maar ook alle mogelijke andere dingen te krijgen zijn.
Zoodra de zon over den breeden rüg van den G-aloenggoeng in
het oosten verrezen is," verändert het beeid eensklaps, en wij staan
verbaasd over den gouden glans, waarin zy het grootsche land-
schap hult. De diepe kloven in de vulkanen Papandajan en Goenoeng
G-oentoer treden scherp op den voorgrond; de sawahvelden schitteren
in het zachtste smaragdgroen, de breede, reusachtige, lichtgroene
bladeren van den pisang en het caladium weerkaatsen de fonke-
lende zonnestralen, en uit duizenden grassoorten en kruiden schittert
de morgendauw. Even over zessen kwam ik te Pasir Kiamis aan,
het dorp, waar de rijweg eindigt. Aan den wedana, den dorps-
schout, die tevens kalipah (= k a lie f) is en mij zeer eerbiedig groet,
maak ik mijn wil kenbaar — grootendeels met gebaren — dat ik
den weg naar den Kawah Manoek niet te paard (koeda1) maar in
een draagzetel (tandoe) wensch af te leggen, en na körten tijd
staan, behalve de gids en de pakjesdrager, nog acht koelies ge
reed, die mijn tandoe twee uur lang naar boven zullen dragen.
Het was voor den eersten keer op mijne talrijke reizen, dat ik
van dit gemakkelijk, in IndiS zeer geliefd vervoermiddel, gebruik
maakte. Mevrouw Dr. R u p e e t had het mij sterk aangeraden, omdat
de rijpaarden op dit gedeelte onbetrouwbaar waren en de wegen
hier en daar zeer siecht zijn. De prijs voor een draagzetel en acht
dragers Staat gelijk met dien voor een rijpaard; tot den Kawah
Manoek 2 1/2 gülden, bovendien voor den gids en drager ieder
^2 gülden; en daarbij 1 gülden fooi. De tandoe öf draagzetel
bestaat hier uit een eenvoudigen leeren leuningstoel, waarvan de
pooten en de voetplank aan vier loodrechte bamboestokken vast
J) Het örigineel heeft hier g iid a , eene Duitsche nitspraak voor koeda . [Noot
van den Vertaler ]
gebonden worden. Deze zijn van boven aan twee lange horizontale
bamboestokken bevestigd, die de vier dragers op hunne schouders
nemen, twee van voren en twee van achteren. Met tusschenruimten
van 20—30 minuten verwisselen zij hun last met de vier andere
dragers; alle vijf minuten leggen zij den draagstok afwisselend op
den rechter en den linker schouder. Bergop gaat het langzaam aan,
als de weg steiler wordt, onder voortdurend aanmoedigend toeroepen,
op vlakken weg en bergaf daarentegen gaat het in een vroolijk drafje.
De schommelende beweging, die daardoor o ntstaa t, doet veel menschen
onaangenaam aan; bij mij was dit niet het geval. Ik .voelde
mjj in dit voertuig op acht pooten recht behaaglijk, daar men zieh
om den weg heelemaal niet te bekommeren heeft, en van de
schoone, afwisselende landschappen aan beide zijden genieten kan.
Bovendien amuseerde ik mij met de vroolijke scherts en het gezang
mijner dragers, die veel behagen schenen te scheppen in deze
gewone bergwandeling meer dan in het harde werk op de
rijstvelden en plantages. Op de luchtige zitplaats is men tegen
regen en zon beschermd door een dun schaduwdak van bamboe,
dat boven op de stokken bevestigd is.
Het eerste deel van den weg naar den Kawah Manoek voert door
het schilderachtige dorp en de daarbij behoorende plantages. Dan
gaat het bergop, door wilde kloven, met ruischende beken en met
den weelderigsten plantengroei versierd; vooral de onvergelijkelijke
schoonheid der varenboomen (alsophila) bracht mjj weer in verruk-.
king, wier gevederde krönen zieh op zeer hooge, op palmen gelijkende
stammen wiegden. De groote, blauwe trechterbloemen van een
klimmende convolvulus (ipomoea) versierden bij duizenden de fr'aaie
guirlandes, die zieh van den eenen boomvaren naar den anderen
slingerden. Diep beneden in de wilde kloven stroomden schuimende,
wilde beken over zwarte obsidiaanblokken.
Hooger op kwamen wU aan eene groote, zieh mljlen ver uit-
strekkende kinaplantage, Daradjat, De rechte stammen dezer
kostbare boomen, met de lichte, gladde, koortsheelende bast be-
dekt, verheffen zieh als zuilen tot aanzienlijke hoogte en hebben
glanzend groene, als ze. jong zijn roode bladeren. Onze weg
goed onderhouden, klimt lang en zigzag door deze plantage bergop,