sten, overal zichtbaren invloed op karakter en leefwijze der inboor-
lingen en vormt op zieh zelf reeds eene op vallende tegenstelling
met de Javanen. Van het zachte, deemoedige en onderworpen
karakter van deze laatsten is hier op Sumatra niets te bespeuren.
Dit wilde bergvolk vertoont reeds uiterlijk een veel hooghartiger
en zelfstandiger karakter, en zijne onderwerping heeft den Holländers
veel meer moeite, bloed en geld gekost dan op Java. Op
de noordelijke punt van Sumatra, in At j e h , duurt de bloedige
guerilla nu nog voort, en gedurende mijn verblijf te Padang was
ju ist eene nieuwe expeditie tot onderwerping van een gevaarlijk,
oproerig hoofd uitgezonden.
Het wilde karakter der bewoners van Sumatra spreekt reeds
uit hunne flere en trotsche gelaatstrekken en uit den robusten
lichaamsbouw van beide geslachten. De Javanen schijnen, met hen
vergeleken, veel zwakker, fijner en sierlijker. Terwijl de Javanen
hunne lasten gewoonlijk aan de beide uiteinden van een langen,
over den schouder gelegden bamboestok dragen, balanceeren daaren-
tegen de Sumatranen die op het hoofd. Vooral de vrouwen krijgen
daardoor die trotsche, schilderachtige houding, die wij in Italie
zoo dikwijls bewonderen. De flere gestalten' der meisjes aan het
Singkaiahmeer, in rijk geplooide, bonte gewaden, manden en water-
kruiken op het hoofd dragend, doen denken aan de schoone stoffage
van het Sabijnsche berglandschap.
De belangrijkste instelling van de oeroude instelling van het matriar-
chaat bestaat daarin, dat na het huwelijk man en vrouw geen
gemeenschappelijk huisgezin stichten, maar dat ieder der beide
echtelieden in het huis zijner moeder blijft wonen, of, wanneer deze
gestorven is, in het huis van den broeder of de zuster der moeder,
die het eigenlijk gebiedende hoofd van elk huis vormt. De kinde-
ren blijven vreemd aan hun vader en mögen van hem niet eens
geschenken aannemen; zij blijven in het huis hunner moeder en
erven hare bezittingen. Zij erven ook de helft van het bezit, dat
beide ouders gemeenschappelijk e rven; de andere helft valt aan
de zuster of de zusterskinderen van den echtgenoot ten deel.
In talrijke merkwaardige, ons geheel vreemde zeden en rechts-
verhoudingen komen de gevolgen voor den dag van deze zonderlinge
vrouwenheerschappij. Wanneer echter onze Europeesche voor-
standers van de vrouwenrechten mochten denken, dat daardoor een
hoogere trap van het familieleven en een volkomen sociale toestand
bereikt wordt, dan dwalen zij ten sterkste. Het lijdt veeleer geen
•twijfel, dat dit matriarchaat een lagen barbaarschen toestand der
menschelijke samenleving uitmaakt, en dat daardoor niet alleen ieder
intiem' familieleven tusschen beide ouders en hunne kinderen uit.
gesloten is, maar dat ook ten gevolge daarvan vele ingewikkelde
toestanden ontstaan, die de ontwikkeling van het teedere gemoeds-
leven en hoogere besehaving buitensluiten. Nooit heb ik in de
harde, trotsche gelaatstrekken der Sumatraansche vrouwen zulke
onschuldige vroolijkheid en zulke innemende vriendelijkheid tegen-
over de naaste familie opgemerkt, als men in de zachte en fijnere
gezichten der Javaansche vrouwen zoo dikwijls ontmoet.
Op sprekende wijze komt het matriarchaat der Sumatranen
voor den dag in den vreemden bouwtrant hunner huizen, die op
het landschap, vooral in het gebergte, een zeer eigenaardigen stem-;
pel drukt. De huizen zijn, evenals die der meeste andere Maleiers,
grootendeels uit bamboe opgetrokken en met riet of palmbladen
bedekt; zij rüsten op palen, die zieh 1 tot 2 meter boven den
grond verheffen. Het opvallende zadeldak is diep uitgesneden, dikwijls
bljna halvemaanvormig; de beide horens van het zadel zijn
dikwijls versierd. Dikwijls bevindt zieh in het midden een kleiner
dak, dat tot de helft der hoogte van het onderste reikt. Als nu
eene dochter des huizes trouwt, dan wordt in het achterste deel
van het huis van ddne verdieping, eene nieuwe, kleine afdeeling
afgezonderd met een klein venster; of er wordt later een nieuwe
aanbouw met een zelfstandig Zadeldak aan toegevoegd. Zoo ontstaan
lang gerekte paalwoningen, wier steile daken zes tot acht
of nog meer steile, dikwijls aardig versierde kegeltoppen dragen.
De dakbedekking bestaat bjj de ärmere lieden meestal uit idjoek-
matten, gevlochten uit het alang-alanggras of uit bamboe, bij de
rijkere daarentegen uit de dure, zwarte atapmatten, vervaardigd
uit de bladscheeden van den arengapalm1). In den laatsten tijdgebruikt
P r o f . H a e c k e i is h i e r b ly k b a a r in d e w a r ; b jj d e a rm e m e n s c h e n b e s t a a t d e