bijzonder aangename herinnering gebleven: naar Boekit-Timah, naar
Teban en naar Djohor. B o e k i t - T im a h d. i. tinberg, is het
hoogste punt van het eil and (ruim 500 voet hoog); de berg is met
bosch bedekt, dat ten deele geheel het karakter van een echt oer-
bosch draagt; men laat hier met opzet eenige groepen onaangetast,
zoodat de geweldig zware boomen, met klimplanten behängen,
wild door elkaar groeien en bij hun afsterven een ondoordringbaar
verwarden hoop van hout, struiken en slingerplanten vormen.
Fig. 11. Het museumhuis te Singapoer (waranda voor de villa van het Raffles-museum).
Onder de menigte woekerplanten en epiphyten zijn vooral opval-
lend de talrijke sierlijke varens; in de oksels der boomtakken
zit de schoon gevormde vogelnest-varen (asplenium nidus); längs
de wegen groeien massa’s gleichenia’s, een prächtig frischgroen
varenkruid, dat door eigenaardige vertakking der vedervormige
bladeren uitmunt. Hier en daar verheft zieh ook een fraaie
varenboom (alsophila) op slanken stam. De stekelige takken en
ranken der dicht dooreengewoelde lianen en vooral de gevaarlijke
doornstekels van den gevreesden klimmenden rotanpalm (calamus)
maken het indringen in deze plantenmassa zeer moeilijk. Overigens
is dat ook niet zonder gevaar, daar van tijd tot tijd een tijger
van Djohor overzwemt en zieh in het dichte woud van Boekit-Timah
verbergt. De diepe kuilen, luchtig met loof bedekt, die men gegraven
heeft, om hem te vangen, kunnen ook gevaarlijk worden voor den
botaniseerenden en insectenverzamelenden natuuronderzoeker.
Boven op den top van den Boekit-Timah heeft de regeering een
huis gezet, om uit te rüsten, benevens een belvédère, vanwa a rmen
naar alle kanten het eiland overzien kan; de blik rust er verder
op de groene wouden der ‘er omheen gelegen bergen en reikt in
het Noorden tot Djohor, het zuidelijkste sultanaat van het schier-
eiland Malakka. Kort geleden was weder een tijger van Djohor
komen overzwemmen en maakte het woud van Singapoer onveilig.
Een ritselend geluid in het nabijzijnde oerbosch werd natuurlijk
schertsenderwijs aan dat tijgerbezoek toegeschreven en gaf een
romantischen bijsmaak aan de vroolijke picnic-stemming van ons
Duitsch gezelschap.
Een tweede, zeer interessant uitstapje bezorgde ons de heer
L öeb o p 6 October naar Te b a n , aan den oostkant van het eiland
Singapoer. Hier heeft de flrma K a t z een üitgestrekt gebied met
citronella-gras (andropogon schoenanthus) laten beplanten en eene
fabriek opgericht, waarin door distilleering de kostbare aromatische
citronella-olie in groote hoeveelheid verkregen wordt. In kleinere
quantiteit wordt daarbij nog de kostbare patchoeli-olie vervaardigd,
door distilleering van eene zeer aromatische lippenbloem (pogo-
stemon patschuli). De inrichting en het werken der fabriek werd ons
door haar Duitschen bestuurder, den heer N e u s z uit Bockenheim,
met de meeste welwillendheid uitgelegd. In het nabijgelegen bosch
op een zeer lieflijk open plekje, onfringd van zware boomen, met
slingerplanten omkranst, gebruikten wij het meegenomen ontbijt.
Behalve bloeiende orchideeën zagen wij hier bijzonder fraaie bekerplanten
(nepenthes); aan de punten harer bladeren hingen sierlijke
kleine bekers in den vorm van een bierglas met deksel; in het
water, dat de bekers halverwege vulde, lagen de lijken van talrijke
mieren en andere insecten opgéhoopt, welke door deze „ insecten-
etende planten” gevangen en verteerd worden.