284 AFSCHEID VAN INSULINDE.
van de „Keael” had ik het genoegen, het echtpaar Geszner aan
te treffen, bij wie ik twee maanden geleden te Parambanan een
bezoek äfgelegd had; zij gingen naar Duitschland terug, waar
hunne zoons i'eeds sedert längeren tijd op school gingen; ik reisde
in hun aangenaam gezelschap tot Genua.
Omdat er in den laatsten tijd te Singapoer verscheidene gevallen
Fig. 74. L i e h t g e v e n d e w o r t e l k w a l (rhizostoma), eene wortelmondige
medusa van de familie der schijfkwallen of discomedusen (lychnorhiza
lucerna). Op de helft der natuurlijke grootte.
van pest zieh hadden voorgedaan, deden wij deze plaats niet aan, maar
reisden direct door de straat van Malakka naar P i n an g. Overdag
verschafte het spei der afwisselende moessonwolken, wier hooge
torens in lange reeksen ten hemel Stegen, dikwijls aanleiding tot discours;
’s avonds bij zonsondergang hulden zij zieh in de prächtigste
CHROMAOEEËN IN HET ROODE PLANKTON. 285
kleuren. Aan de oppervlakte der zee vermaakten wij ons bij het zien
vanzwermen vroolijke dolfijnen, die zeer vlug het schip volgden en
dikwijls hunne kunsten in het springen vertoonden. Daartusschen
versehenen scharen groote, blauwe en _gele medusen uit de familie
der rhizostomen of wortelkwallen. Deze straalden in het donker
een intensief blauwachtig licht uit; in het zogwater achter het
schip geleken zij ’s avonds op zwemmende lichtkogels.
Toen wij ’s middags 10 Maart den equator passeerden, leverde
de zee een eigenaardig schouwspel op; de oppervlakte was tot op
groote uitgestrektheid, eenige uren ver, roodgeel gekleurd, deels
helder oranjerood, deels vuil leemkleurig. Nu eens scheen de geheele
zeespiegel gelijkmatig getint, dan weer door evenwijdige roode,
eenige meters breede strepen doortrokken, die met even breede,
groene strepen zeer regelmatig afwisselden; blijkbaar ontstaan door de
werking van den golfslag. Toen ik door middel van een emmer
wat van de roode massa aan boord liet brengen, leek deze met
het ongewapend oog in de glazen kom bij er doör schijnend licht
op fljngehakt geel stroo., in fijnere en grovere vlokken bij elkaar
gevoegd. Het micröscopisch onderzoek bevestigde mijn vermoeden,
dat deze uit geweldig groote opeenhoopingen van kleine, gele
oerplantjes bestaan, die ook in de Roode Zee voorkomen, welke
daaraan haar naam ontleent,. evenals ook de Ohineesche Gele Zee.
ledere vlok schijnt samengesteld uit gekruiste en door gelei-
achtige. stof aan elkaar gekleefde draadbundels; iedere draad
bestaat uit eene reeks kleine, schijfvormige cellen, die als munten
van een rolletje geld op elkaar volgen. De c h r om a c e e e n (of
schizophyCee'ön), waartoe deze oerplantjes, trichodesmium genaamd,
behooren, zijn aan onze oscillarien en nostocaceeen in zoet water
nauw verwant; zij worden gewoonlijk „ döncellige zeewieren”
genoemd. Intusschen zijn de echte zeewieren veelcellige en weef-
selvormende planten; die p r o t o p h y t e n daarentegen vormen nog
geen weefsel; ja hunne zoogenaamde „cellen” zijn nog niet eens
echte cellen, daar zij het karakteristieke inwendige bestanddeel
ervan, de celkern, missen. Eigenlijk zijn zij slechts enkelvoudige,
geverfde plasmakorreltjes, evenveel waarde hebbend als de chlo-
rophylkorreltjes in de cellen der hoogere planten; zij behooren