voor de geologen van het grootste belang, speciaal voor de Studie
der v u l k a a n - o n tw i k k e l i n g . Van de 51 grootere vuurspuwende
bergen, die in eene lange keten door het eiland loopen, zijn er 28
nu nog in werking. Ofschoon ik reeds in Napels, op Sicilie, op de
Liparische en Canarische eilanden de wonderbare vorming der
werkzame vulkanen in verschillende vormen had leeren kennen,
ontmoette ik haar toch hier (evenals gisteren op den Kawah
Manoek) weer in eene nieuwe gedaante. Eeeds uit de verte, uit
Garoet, valt ’s morgens, als het gebergte helder en vrij van wolken
Fig. 41. V u l k a a n P a p a n d a j a n bij Garoet.
is, de bijzondere vorm van den P a p a n d a j a n op: een breede,
forsche dubbele kegel met twee toppen, die door een zeer breed
en diep zadel gescheiden zijn. De voorste (noordelijke) rand van
het zadel is diep uitgesneden en men ziet door deze open piek in
een reusachtig amphitheater, uit welks oostelijk deel steeds eene
sterke rookzuil naar boven stijgt. Het lagere gedeelte van den
geweldigen kraterrand, die 12 kilometer lang en 4 kilometer breed
is, vormt de open bres, waardoor men gemakkelijk in den diepen
bodem van den trechtervormigen krater binnentreedt. Deze opening
is het gevolg van de vreeseljjke uitbarsting van 12 Augustus 1772,
waarbij 40 dorpen werden vernield en 3000 menschen gedood. De
geheele top van den geweldigen vulkaan sprong daarbjj in de lucht,
en de tegenwoordige afgeknotte kegel van den krater, waaruit een
derde of een vierde deel van den noordelijken muur uitgebroke nis,
was het eenige overbiyfsel. Door deze bres vloeit de dampende
beek naar beneden, längs welker oevers wij opklommeD.
De binnenwanden van het reusachtige amphitheater, die zieh
tot 270 meter boven zijn bodem verheffen, zijn meerendeeis geheel
kaal, uit grijze, gele, roode of bruine lavamassa’s gevormd. Hun
heuvelachtige bodem is met witte Sublimaten en gele zwavelkristallen
bedekt, en door talrjjke grootere en kleinere gaten doorbroken,
waaruit kokend water en zwaveldampen opstijgen. Een doelmatig,
aangelegd pad voert met vele kronkelingen tusschen de pruttelende
ketels door, en op houten dwarsbalken of boomstammen over de
dampende beken, die uit den doorboorden bodem opborrelen. Ook
hier moeten wij nauwkeurig de aanwijzingen van den gids volgen,
om niet ons leven door een misstap in gevaar te brengen. De gele
zwavelkorst over de oppervlakte van vele bekkens is zoo dun, dat
men die bij het betreden zou doorbreken en in de kokende massa
zou zinken. Uit vele openingen stroomt water en zwaveldamp
met zooveel kracht omhoog, dat het luide geraas aan den blaas-
balg van een smids- of hoogoven doet denken: Papandajan is het
Soendaneesche woord voor smidse. Op andere plaatsen meent men
de fluit der locomotief te hooren: de inboorlingen noemen haar
„kareta api” = vuurwagen, d. w. z. locomotief. Daartusschen door
klinken van tijd tot tijd doffe, onderaardsche donderslagen, alsof
groote,' zware massa’s in de hoogte geheschen werden en weer
naar beneden vielen. Kortom, er is in deze reuzensmidse van
Vulcanus voor gezorgd, dat zoowel oog als oor steeds herinnerd
worden aan het geheimzinnige geraas der donkere, onderaardsche
krachten, die hier onder het dünne, poreuze deksel spoken. Het
is geen wonder, dat de inboorlingen voor dezen helleketel nog
angstiger zijn dan voor den Kawah Manoek; zij wilden niet op den
krater gaan en bleven onder het afdak staan, dat aan den ingang
ervan is opgericht. Bijzonder gevreesd zijn enkele groote zwavel-
rotsen, die eene menschelijke gedaante hebben, een monnik met