gewelfde, schermvormige kroon, die uit een twintig ä dertig
krachtige, gevederde bladeren op langen steel is samengesteld.
Terwijl de enkelvoudige bladvederen bij de palmen meestal enkel-
voudige, lederachtige, harde, ovale of lancetvormige bladeren
vertoonen, zijn die bij de varenboomen weer meer gevederd en
in ontelbare kleine blaadjes symmetrisch verdeeld. Daarbij is hun
weefsel veel dünner en doorzichtiger, zoodat van boven doordringend
zonnelicht min of meer er doorheen schijnt. Wanneer men onder
zulk een scherm staa t, schynt het, alsof men een fijnen, lichtgroenen
sluier voorheeft, „uit morgengeur en zonneklaarheid geweven” . Als
echter een windje zacht de bevallig neergebogen bladeren van deze
klokvormige kroon aanraakt, meent men, dat de schoone, daarin
wonende dryade ons met haar waaier koelte en verkwikking
schenkt. De varenboomen zijn in het zilveren licht der maan op
zijn schoonst. Onder de bevallige krönen hangen de afgestorven,
bruine bladeren en stelen als lange hären af, wat den poetischen
en schilderachtigen indruk nog verhoogt.
De kolossale bladeren van een varenkruid zonder stam, angiopteris
Teysmanniana, zijn veel harder dan deze prächtige gevederde bladeren
der alsophilen; zij bereiken eene lengte van ruim 4 meter; hunne stijve
bladstelen worden 10 centimeter dik. Ook veel andere varenkruiden —
soms op onze Europeesche soorten gelijkend, soms ook geheel anders
gevormd — boezemenons ontzag in door hunne geweldigeafmetingen.
Het ontbreekt echter tevens niet aan veel fijnere en kleinere soorten.
Het kleine monogramma gelijkt op een bosje gras. Bekijkt men
echter den achterkant der fijne, draadvormige blaadjes, dan ziet
men de rij bruine sporangieön, die de varennatuur verraadt. Klimmen
wy hooger den Q-edö op, dan neemt het aantal en de ver-
scheidenheid der s l u i e r v a r e n s (hymenophylleeön) steeds toe. Zij
kunnen licht met zekere mossen verward worden; de kleinste
onder hen zijn kleiner en zwakker dan de reusachtig groote loof-
mossen, die zieh boven hen verhelfen. Zoodoende leveren de varens
verscheidene bewijzen voor de Stelling, dat de rijke scheppings-
kracht van het tropische bosch in een en dezelfde klasse niet
alleen de grootste en sterkste, maar ook de kleinste en fijnste
vormen vermag voort te brengen. Wy vinden deze Stelling hier
I n su l in d e . 9