aan de onderste takken en luchtworteis talrijke kokosschalen als
bloemhangers vastgemaakt en in elk eene orchidee of andere
schoon bloeiende plant gezet (Fig. 50).
Om 10 uren verscheen de boot van den regent, met vier roeiers
in uniform en een mandoer (stuurman). Daarbij gaf de resident
mU noS een zijner bedienden mede. De lieden roeiden eerst een
eindweegs längs de zuidkust, waar verscheidene kleine rivieren
Fig. 50. P l a n k w o r t e l s v a n e e n w a r i n g i n b o o m (ficus benjaminea)';
kokosnootschalen als bloempotten opgehangen. Uit Tjilatjap. Op den achtergrond het
eiland Noesa Kambangan.
uitmonden. De primitieve vaartuigen, die voor het overzetten ge-
bruikt worden, zijn kleine, uit boomstammen ruw aaneengetimmerde
vlotten, ten deele met een klein dak tot schaduw. Wij vöeren
daarop in een half uur over de zeeengte, die de kust van Tjilatjap
scheidt van het dicht met bosch begroeide, lange eiland Kambangan.
De zeeengte vertoont zieh hier als een breede, schoone stroom;
naar het oosten verwijdt zij zieh to t de wijde „Schildpaddenbaai”.
Het groote eiland No e s a K am b a n g a n is heuvelachtig, bijna
onbewoond en over zijne geheele uitgestrektheid met dicht ondoor-
Fig. 51. Ma l e i s c h d o r p v a n p a a l w o n i n g e n aan de monding eener rivie r; op
den voorgrond een vlot, om over te halen.