
ACROBASIS TUMIDELLA, Zinck.
SN
ACROBASIS RÏÏBROTIBIELLA, Mann.
Plaat 22. Fig. 1-10.
H übner, Samml. Eur. Schmett. Tab. 11, Fig. 78, foem. Verrucella.
TrkitscuKE, Schmett. von Eur. IX. 1. 179.
Zeller, in Isis 1818, bl. 1615.
Wiener Verz. bl. 130. Torlrix tumidana.
Fisch, v. Kösl., Abbild. bl. 158. Tab. 60, Fig. 2. a — d.
Wanneer men in Mei of in het begin van Janij de eikenboomen onderzoekt,
zal men dikwijls, vooral aan de uiteinden der takken, eenige
bladeren in een pak bijeengevoegd vinden; is dit het g ev a l, dan kan
men bijna zeker zijn de woning van een of meer tot de famillie der
Phycideën behoorende rupsjes ontdekt te hebben, terwijl het bovendien
niet onwaarschijnlijk is dat deze diertjes de larven van Pii/cis tumideUa,
rubrolibidla, roborella of consociella zullen zijn, daar al deze soorten
hier te lande voorkomen en eene bijna gelijke levenswijs hebben. Wij
wenschen ons voor het tegenwoordige alleen met de eerste, en , vóór
zoo verre ons onderwerp dit mede brengt, ook gedeeltelijk met de
tweede soort bezig te houden en zullen dus beginnen met een der blad-
bundeltjes, die tot woning aan de rupsjes verstrekken, een weinig te
beschouwén; vooreerst vinden wij dan eenige door spinsel aan elkander
gehechte bladeren, waar tusschen wij een lang, wit, kokervormig, met
eenige faeces bedekt weefsel bespeuren (fig 1), waar binnen wij eindelijk
het zcstienpootige rupsje ontdekken, dat. meestal nog met een naauw
om het ligchaam sluitend kokervormig spinsel omkleed is (fig. 2). Haalt
men deze woning uiteen, zoo zal men spoedig de diertjes naar buiten
zien komen, hoewel zij anders zonder noodzakelijkheid hunne verblijf*
plaats niet schijnen te verlaten en zich slechts zoo verre daar buiten begeven
als noodig is om voedsel van de omringende bladeren, die zij als
een net uitvreten, te verkrijgen. Zoo men nu het geluk heeft een zeker
aantal dier rupsjes magtig te worden, zal men al dadelijk eene groote
verscheidenheid tusschen dezen waarnomen en toch later bij ondervinding
leeren, dat men zich vergiste, als men meende meer dan eene of twee
soorten te bezitten. Het eerste dat in het oog valt, is het onderscheid
tusschen de rupsjes van verschillenden leeftijd. Bij de jongere, namelijk,
is het bruine kopje klein, het nekschild hoornachtig wit, aan den achterkant
zwart gevlekt; bij de volwassenen (fig. 3 en 4), die eene grootte
van 1,5 tot 2 bed. duim bereiken, is daarentegen de kop, in verhouding
tot het geheel, zeer groot, hartvormig, groen of bruin met zwarte
stipjes en twee groote halvemaan-vormige zwarte vlekken. De vorm van
het ligchaam is eenigzins spits uitloopend, het breede ruggeveld g e e l,
door eene fijne bruin-groene lijn midden door gedeeld. In het gele
zijdeveld loopt een breede bruin-groene band, waarna de kleur, boven
de pooten, verder donkerder wordt; de stigmata zijn bruin of oranje,
met zwart omboord; de middelpooten en het buikveld geel-groen, soms
vrij donker. Op het 12e flfcj bevinden zich eenige zwarte stipjes en op
het ligchaam vrij lange lichte haren.
Wij meenen deze beschrijving als die van den type te mogen aannemen,
omdat zij op het grootste gedeelte onzer rupsen van toepassing
was; echter kwamen ons aanmerkelijke afwijkingen voor, die vooral
bestonden: 1« in de kleur, welke de tinten van groen tot bruin doorloopt,
20 in den vorm van den breeden dwarsband, die dikwijls doorgedeeld
i s , zoodat de rups dan, in plaats van drie, vijf langsstrepen vertoont,
3° in de kleur van den kop , die soms zeer donker, enkele malen
zelfs glimmend zwart is. Behalve deze variëteiten bezat ik nog twee
rupsen, waarvan de eene geheel roodbruin, geel in de zijden, de andere
effen groen, zonder eenige teekening was; de eerste, die waarschijnlijk
ook tot dezelfde soort behoorde, stierf; de tweede echter bragt een’
vlinder voort, die in niets van de anderen verschilde.
Wanneer men nu onze beschrijving met die van Zincken , welke door
Tbeitschke is overgenomen en door Zeli.er wordt aangehaald, vergelijkt,
zal men weinig overeenkomst tusschen beiden vinden. Volgens
dien schrijver toch is „ die Baupe sechszehnfüssig, spindelförmig, nackt,