
CHILO PHMGMITELLUS, HUBN
Plaat 15 Fig. 1-12.
Hübneb, Samml. Eur. Schmett. Tab. 43. f. 297. 298.
Tbeitschke, Schmett. von Europa, IX, 1, bl. 63 en X. 3, bl. 160.
Fischer v. Koesl, Abbild, bl. 29. Tab. 18. f. 1. a—d.
Wood, Index ent. bl. 220. No. 1527.
De velerhande gewassen, die de oevers der menigvuldige waterplassen
en stroomen van ons vaderland omzoomen, herbergen een aantal
soorten van Lepidoptera, welker levenswijze zoovele merkwaardigheden
aanbiedt, dat de moeite, die het nagaan harer huishouding den beoefenaar
der Entomologie kost, gewoonlijk ruim beloond wordt door de
belangwekkende waarnemin gen die hij d o e t.
Eene van die soorten is CAilo Phragmitellus, welker huishouding ik
het genoegen heb in deze verhandeling mede te deelen, vergezeld van
afbeeldingen door het geoefend penseel des heeren S n e l l e n v a n v o l l
en h o v en .
Men vindt de rupsen dezer soort, bijna het geheele jaar door, en
wel in onderscheidene grootte, binnen de stengels van het gewone riet
(Arundo Phragmites). Zij houden zich in de onderste leden van den
stengel pp, ook wel in de bovenste van den wortel, waar zij de binnenwanden
van haar verblijf afknagen. Veel schijnen zij daarvan echter
niet te nuttigen, daar men in de bewoonde planten slechts weinige sporen
van haar gebit vindt.
Wanneer de rups zoo veel van het binnenste van een lid harer voe-
dingsplant heeft gebruikt als haar aanstaat, maakt zij een gat in eenen
knoop, en begeeft zich in een* volgend stengellid. Ik heb niet kunnen