De vier vleugéïs zijn verder ëéfiigzins glanzig, hebben halve maantjes ,
eri èenë boeglijn , die in eertén halven cirkel over al de vleugels loopt.
Waarschijhlijk komen van Noctua Baja twee generatien in het jaar
voor. De vlinders van de tweede (die ik nog niet waarnam) zullen dan,
zoo als bij verwante soorten in het laatst van Julij of in Augustus vlie-
gén. De eijeren zijn mij niet bekend.
Nöclua B a ja , op de lijsten der inlandsche Macrolepidoptera in de Botw-
stoffen voor eene Fauna van Nederland, Iste deel, bladz. 15 en 251 onder
N°. 225 voorkomende, is volgens dit werk en mijne bevinding waargenomen
in Zuid-Holland langs den duinkant bij Wassenaar en den Haag,
in Gelderland bij Vorden, Harderwijk en in Overijssel bij Deventer.
Fig. 1. De volwassen raps.
> 2. De pop.
• 3. Het staarteinde, vergroot, van de rugzijde.
» 4. Hetzelfde in 'profiel.
» 5. De mannelijke vlinder, paarsche verscheidenheid.
» 6. De vrouwelUke vlinder, lichtbruine verscheidenheid.
XXXII.