
wijfjes onophoudelijk in beweging is en waarschijnlijk naar eene geschikte
plaats zoekt. Wat de onderzijde des vlinders aangaat, deze is bijna
gelijk aan de bovenzijde, doch de buitenranden zijn alleen door zwarte
vlekken afgesneden, terwijl de binnenste vlekken lichtblaauw of groen
zijn en de vleugel wortel een vuil bruin vertoont.
Meermalen heb ik eijeren van deze vlinders verkregen, doch nimmer
daarvan de jongen kunnen opkweeken, daar zij spoedig na de geboorte
stierven, welk eene moeite ik ook heb aangewend. De Heer de R oo
van Westmaas is niet veel gelukkiger hierin geweest, doch heeft terstond
eene afbeelding van het' ei en het jonge rupsje gemaakt, terwijl
ZEd. de goedheid heeft gehad mij daar welwillend mede bijtestaan.
Wat de tweede inlandsche Zeuzera-soort aangaat, namelijk Arundinis,
van dien vlinder is mij niets meer dan de naam en de kleur bekend,
waarom ik ook zeer verlang nader kennis te maken met de huishouding
van dit in Nederland zoo zeldzame insect.
A rn h em , 1864. A. B bants.
Eenige dagen nadat ik van den Heer Brants de bovenstaande beschrijving
met zijne teekeningen ontvangen had, zond mij ook de Heer
W eijenbergh eene afbeelding van rups, pop, spinsel en vlinders met
zijne opmerkingen omtrent de levenswijze, uit welke ik. het volgende
tot aanvulling van het bovenstaande uitschrijf.
De Heer Weijenbergh ontving in het begin van Mei eene rups,
welke in Eebruarij door den Heer M. L. Ritsema in de nabijheid
van Haarlem binnen een’ vermolmden elzenstam gevonden was. De rups
was reeds ingesponnen; de Heer W. nam haar uit het spinsel en teer
keöde haar af. Hare kleur was vaal geel, misschien reeds eenigzins
veranderd door i het loslaten der opperhuid; hare bewegingen hadden
meer van langzaam voortglijden, dan van het loopen van andere rupsen.
De beschrijving der rups komt overeen met de bovenstaande, met deze
kleine wijzigingen. Uit ieder zwart wratje kwamen twee of drie zeer
fijne haartjes te voorschijn. Het halsschild was glanzig donkerbruin,
zeer hard en eenigzins hol (scheppend).
De rups spon haar spinsel wel wederom t o e , doch stierf in het verpoppen,
omstreeks half Junij.