
graauw hebben lang den voorrand. De teékening is gelijk aan die der
voormelde inlandsche mannetjes» Het lichtste is een $ door mij den
25sten Junij bij Nijkerk gevangen. Het heeft zeer lichtgrijze voorvleugels,
en zuiver witte achtervleugels, die slechts een ftaauw grijs streepje
voor de witte franjes hebben.
Het komt mij voor, dat deze vlinder de Noctua Alsines van Bork-
hausen is , ofschoon deze schrijver alleen van mannetjes met witte achtervleugels
spreekt. Hij citeert Brahm Insekten-Kalender 2de deel, bl.
114 en 2 9 8 , PAalaena Alsines,
Van de Caradrinae van T r e it sc h k e behoort zijne Alsines stellig hiertoe,
schoon het zeker is dat hij de kleur te donker opgeeft. Zijne Blanda
is waarschijnlijk de vorm. met lichte öndervleugels.
In het voorbijgaan merk ik hier op, dat het mij voorkomt dat de
rupsen die hij als die van Supersles, Ambigua, Blanda en Alsines beschrijft,
waarschijnlijk allen tot eene soort behooren en die van onze
Alsines zijn. Dit zou wel aanleiding geven om oök aan het specifiek
verschil der vlinders, die hij als de bovengenoemde vier soorten beschrijft,
te doen twijfelen.
Ik heb de boven beschreven vlindersoort aangetroffen bij Rotterdam,
den Haag, Wassenaar en de Vogelenzang in Holland, en bij Nijkerk
en Ruurloo in Gelderland. Men zie voorts de Bouwstoffen voor eene
Fauna van Nederland, Deel I, p. 19 en 261, en Deel II, p. 166 N. 208.
Om den langzamen groei der rups, houd ik het ér voor, dat er
slechts eene generatie in het jaar voorkomt. De gewone tijd van uitkomen
is van 20 Junij tot half Julij.
P . C. T . S n el l en .
VERKLARING VAN PLAAT 29.
Pig. 1. Eene volwassen rnps.
» 2. Een der ringen van het lijf vergroot.
» 3. Het spinsel.
» 4. Eene pop.
-» 5» Haar staarteinde, vergroot.
» 6. Een mannelijke vlinder.
» 7. Een vronwelïjke vlinder»