schubben. Bloemen talrijk, klein, in gesteelde pluimen
aan de basis der jonge loten.
Aantal soorten -2, in den Maleischen Archipel tehuis behoorend.
3. B E IL SC HM IE D IA Hees.
Bloemen tweeslachtig, Bloemdek met korte buis en 6
nagenoeg gelijke segmenten. Volkomen meeldraden 9, die
van den eersten en tweeden krans zonder klieren, en
naar binnen gerichte, 2-hokkige helmknoppen, die van
den derden krans met naar buiten gerichte tweehokkige
helmknoppen, en aan weerszijden van de basis met dikwijls.
gesteelde klieren, die soms tusschen de helmdraden
van den tweeden en derden krans op onregelmatige
wijze verspreid zijn ; staminodiën van den vierden krans
ei- of hartvormig, kort gesteeld. Eierstok zittend, niet
in het bloemdek weggedoken, in een stijl vernauwd.
Bes langwerpig, ei of kogelvormig, op een niet of weinig
verdikten steel gezeten, aan de basis naakt, door
het afvallen van het geheele bloemdek.
Boomen of^ieesters. Bladeren verspreid, dikwijls bijna
tegenovergesteld, lederachtig, vinnervig. Bloemen klein,
in okselstandige, nu eens dichte, op bundels gelijkende
en zittende, dan weder losse en gesteelde pluimen, die
bij sommige soorten in den knoptoestand door spoedig
afvallende, dakpanswijze dekkende schubben zijn bedekt.
Aantal soorten omstreeks 20, in de tropische gewesten der béide
halfronden.
4. D E H A A S IA BI.
Bloemen tweeslachtig. Bloemdek met zeer korte buis
en een zoom met 6 slippen, waarvan de B buitenste het
kleinst zijn. Volkomen meeldraden 9, die van den eersten
en tweeden krans zonder klieren en met naar binnen
gerichte, tweehokkige helmknoppen, die van den derden
krans aan weerszijden van de basis met een nagenoeg
zittende kljer en met naar binnen gerichte, tweehokkige
helmknoppen; staminodiën ontbrekend of zelden aanwezig,
doch uiterst klein. Eierstok zittend, niet in het
bloemdek weggedokeri, in een korten stijl vernauwd.
Bes langwerpig, door een sterk verdikten, vleezigen,
gekleurden steel gedragen; het geheele bloemdek afvalBleonodm.
en met afwisselende, vinnervige, lederachti.ge
bladeren en kleine bloemen in okselstandige, meestal
langgesteelde pluimen.
Aantal soorten omstreeks 13, in den Maleischen Archipel tehuis
behoorend.
S. M IC R O PO R A Hook. f.
Bloemen tweeslachtig. Bloemdek zeer kort, met cirkelvormige
lobben. Meeldraden 6, buiten de bloem uitstekend,
zonder klieren; helmknoppen dik, zittend, min of
meer vierkant, tweehokkig, viltachtig behaard ; helmhpkjes
met kleine poriën openend. Staminodiën zeer kort, dik,
viltachtig behaard, een tegenover elk der meeldraden geplaatst.
Eierstok eivormig, zittend, volkomen glad, ineen
uiterst korten stijl vernauwd; stempel klein.
Boom, met dunne takken. Bladeren elliptisch langwerpig,
spits, netvormig geaderd. Bloemen klein, kogel-
vormig, in dunne, okselstandige, weinigbloemige trossen
of pluimen.
Ééne soort, M. Curtisii Hook. f. in Penang.
6. E N D IA N D R A R. Br.
Bloemen tweeslachtig. Bloemdek met klok vormige of
zeer korte of bijna zonder buis, met 6 segmenten, die
nagenoeg gelijk of waarvan de buitenste het grootst zijn.
Volkomen meeldraden 3, die van den derden krans elk
al of niet met twee klieren aan weerszijden van de
basis en met vrij dikke, zittende helmknoppen, die in
het midden of den top twee naar buiten gerichte helm-
hokjes dragen; een vleezige ring soms op de plaats der
meeldraden van den eersten en tweeden krans; staminodiën
ontbrekend of zelden die van den vierden krans
aanwezig, doch zeer klein. Eierstok zittend, spits, met
een kleinen, zittenden stempel of in een korten stijl
samengetrokken. Bes langwerpig of min of meer kogel-
vormig, op den niet of weinig verdikten vruchtsteel zit