OVERZICHT DER NEDERLANDSCH INDISCHE LORANTHACEEN
VOLGENS ENGLER, IN VERBAND MET DE ONDERZOEKINGEN
VAN VAN TIEGHEM.
I. L O BM T H O ID E A E Onder het bloemdek twee hiermede
vergroeide bloemdekbiaadjes of_een duidelijke verbreeding van
de as der bloem (sehijnkelk). Kleverige middenlaag der vrucht nabij
de oppervlakte, buiten de naar het bloemdek gaande vaatbundels.
A. E lytran th in ae Eierstok 2—oo-hokkig bij de bevruchting slechts tot aan de basis van( ded eenm -bsrtyijolz adkokoern
dringend.)
1. ELYTRANTHE BI. Bloemdekbladen 5—6, vrij of tot eene buis
vergroeid. Helmdraden op de bloemdeksegmenten of de bloemdekbuis
vastgehecht. Helmknoppen met de basis’ op de helmdraden ingeplant,
smmeanl . gSrotiojtl odfr aakdlevionr.mig, met knop- of draadvormigen stempel. Bloe1.
BlToieemgdheekms)egmenten vrij. (Fam. Treubellaceae van
Sect. I. Neo-Treubella Engl. (Gesl. Treubella van Tiegh.) Bloemen
drie aan drie in trossen. E. triflora Engl., E. sig-
nata Engl.
2. Bloemdeksegmenten vergroeid. (Fam. Elytranthaceae van
Tieghem p. p.) '
Sect. II. Amylotheca Engl. (Gesl. Amylotheca van Tiegh.). Bloemen
drie aan drie in trossen. E. Zollingerii Engl., E. sum—
bawensis Engl., E. Hollrungii Engl. ').
Sect, III. Macrosolen Engl. (Gesl. Macrosolen BI., bij van
Tiegh.) Bloemen in enkelvoudige of verkorte trossen, met 2
schutblaadjes. E. refusa Don, E. globosa Engl., E. ampul-
lacea Engl., E. evenia Engl., E. formosa Engl., E. pseudo-
perfoliata Engl.
Sect. IY. Eu-Elytranthe Engl. (Gesl. Elytranthe BI. bij van
Tiegh.) Bloemen in aren met 2 schutblaadjes. E. albida BI.
Sect. V. Lepiostegeres Engl. (Gesl. Lepiostegeres BI. bij van
Tiegh.) Bloemen in hoofdjes zonder schutbladen. E. gemmi-
flora Don., E. Beccarii Engl.
2. LOXANTHERA BI. (Fam. Elytranthaceae van Tiegh p. p.)
Bloemdekbladen 5 * 2), vereenigd tot eene buis met lancetvormige
*) Volgens Schumann zijn de segmenten tot aan de basis vrij.
Blo2)e mWdeakabrslacdheijnn l6ij.k door een drnkfout staat in Engler’s Nachtr.
slippen. Meeldraden in de buis ingeplant; helmdraden aan den top
verbreed en aan de rugzijde in het onderste gedeelte der helmknoppen
aan het helmbindsel aansluitend. Bloemen groot, heldei rood,
met een bekervormig draagblad aan'de basis, in 3 5 bundels van
drie, langs okselstandige trossen. L. Beccarii van Tiegh., L. spe-
ciosa BI.
B. Liorantinae Eierstok volkomen 1-hokkig. (De embryozakken
bij de bevruchting tot in de nabijheid van den stempel doordringend,)
.
3. LORANTHUS L. Bloemdekbladen 4, 5 of 6, vrij of tot eene
buis vergroeid. Helmdraden alleen aan de basis of hooger met de
bloemdeksegmenten of de bloemdekbuis vergroeid. Helmknoppen
mét de basis op de helmdraden ingeplant. Stijl draadvormig met
stompen of knopvormigen stempel. Rloemen groot of klein.
Ondergeslacht \. EU-LORANTHUS. (Fam. Loranthaceae van
Tiegh.) Bloemdekbladen vrij.
'1. Bloemen in groepen-van drie, die tot trossen, hoofdjes
of schermen zijn vereenigd of in enkelvoudige schermen.
Sect. I. Dactyliophora Engl. (Gesl. Dactyliophora van Tiegh.)
Bloemen drie aan drie in 4-stralige kransen, langs okselstandige
trossen. Middelbloem zittend; zijbloemen kort gesteeld.
Bloemdek 6-deelig; segmenten met eene schub aan de basis.
L. vertïcïllatus Engl.
Sect. II. Amyema Engl. (Gesl. Amyema van Tiegh. *). Bloemdek
5-deelig. L. aurantiacus Gunn. (bloemen in schermen),
L. trianthus Korth. (bloemen in hoofdjes.)
Sect. I I I . Stemmatophyllum Engl. (Gesl. Stemmatophyllum van
Tiegh) Bloemdek 4-deelig. L. Stemmato-Beccarii Boerl., L.
irregularis Engl.
2. Bloemen in enkelvoudige trossen of aren.
Sect. IV. Loranthobotrys Engl. Bloemen in trossen. Bloemdek
,5-deelig.
§ 1. C h i r i d i u m Engl. (Gesl. Chiridium van Tiegh.) Aan de
basis der trossen een uit schubben gevormd omwindsel.
L. perakensis Engl., L. longissimus Engl., L. setigerus Korth.,
L. borneensis Engl., L. Lyndenianus ZÓU. et Mor.
l) Door de tegenoverstaande bladeren verschilt Amyema van Tiegh
van het door E ngler in dezelfde sectie opgenoemd. geslacht Neo-
phyllum van Tiegh., waar de bladeren in kransen staan.