14. Steunblaadjes zeer groot. Bladeren groot, lancetvormig. Vruchthoofdjes
dik cylindrisch, langgesteeld. A . Scortechinii King.
Steunblaadjes klein. Bladeren niet zeer groot. Vruchthoofdjes
ei- of omgekeerd-ei vormig. 15
15. Twijgen aan de knoopen, bladnerven, bladstelen, stelen der
hoofdjes met lange, wijd uitstaande haren. A. Polyphena Pers.
Alle deelen kaal, behalve de behaarde stelen der vruchthoofdjes.
~ - 16
16. Vrouwelijke hoofdjes kortgesteeld. Stempel knotsvormig of kort
2-spletig, niet ver uitstekend. A. Maingayi King.
Vrouwelijke hoofdjes met een tweemaal langeren steel. Stempel
aan den top niet verdikt, ineengerold verA u. itKsteemkeanndd.o Miq.
17. Vruchthoofdjes zeer klein, kogelvormig, aan zeer lange, dunne
stelen, die de vruchthoofdjes zelve wel 5—6 maal in lengte
overtreffen. A. Vrieseana Miq.
Vruchthoofdjes klein of groot, zittend of kort gesteeld; stelen
alleen in één geval 3-maal langer dan het vruchthoofdje. 18
18. Bladeren kaal. 19
Bladeren aan de nerven, ten minste behaard. 25
19. Bladeren vliezig, omgekeerd eivormig, langgesteeld. Vrouwelijke
en mannelijke hoofdjes aan stelen, die even lang zijn als
zij zelve. - A. Miquelii Boerl.
Bladeren leerachtig, kort- of langgesteeld. Mannelijke hoofdjes
veel korter dan het hoofdje of tweemaal langer. 20
20. Bladeren van onderen niet blauwgroen, kortgesteeld. Vrouwelijk
hoofdje zeer kort gesteeld. 21
Bladeren van onderen blauwgroen, langgesteeld. Vrouwelijke
hoofdjes lang- of kortgesteeld. 22
21. Mannelijk hoofdje kogel vormig. A. Gomeriana Wall.
Mannelijk hoofdje knAo. tsGvoomrmeirgia. na Wall. var. Griffithii King,
22. Mannelijk hoofdje kogelvormig 23
Mannelijk hoofdje knotsvormig. 24
23. Vrouwelijk hoofdje kogelvormig (kortgesteeld ?) A glauca BI.
Vrouwelijk hoofdje halfbolvormig, aan de basis ingedrukt,
langgesteeld. A. pomiformis Teysm. et Binn.
24. Bladeren klein, eivormig, aan de basis toeAg. esgplaitusct.escens Trécul.
Bladeren grooter, omgekeerd eivormig, aan de basis wigvormig.
A. glaucescens Tréc. var. tephrophylla Miq.
25. Vrouwelijk vruchthoofdje aan de basis door den gezwollen
vruchtsteel (of vergroeide schutbladen) omgevAe.n .Tampang Miq.
Vruchthoofdje niet door den gezwollen vruchtsteel aan de
basis omgeven. 26
26. Bladeren van onderen kaal wordend. Rijpe vruchthoofdjes kaal.
A. Dadak Miq.
hooBfldajdees rekna avl aonf obnedhearaernd .blijvend, dicht zachtharig. Rijpe vruchtA.
Dadak Miq. var. pübescens Miq.
27. P A R A R T O O A R P U S Baill.
Bloemen tweehuizig. Mannelijke bloem: Bloemdek ontbrekend.
Meeldraden met korte, dikke, ten slotte een
weinig verlengde helmdraden en eivormige helmknoppen.
Vrouwelijke bloem: Bloemdek buis-knotsvormig, naar
boven verdikt, door een kleine, getande opening doorboord.
Eierstok ingesloten, vrij; stijl kort, stijltakken
uitstekend, kort, teruggekromd-uitgespreid, gelijk; eitje
hangend aan den top der eierstokholte. Vrucht onbekend.
Boomen of heesters. Bladeren afwisselend, gesteeld,
toegespitst, gaafrandig, papierachtig, vinnervig; steunblaadjes
klein, spoedig afvallend. Hoofdjes in beide geslachten
in of boven de bladoksels alleenstaand, op een
korten, grijsbehaarden steel, al of niet met schutbladen
aan de basis en met talrijke schildvormige schutblaadjes
tusschen de bloemen.
Aantal soorten 2, beide in Borneo.
28. G Y M N A R T O O A R PÜ S Boerl.
Bloemen éénhuizig,. elk afzonderlijk besloten in talrijke
holten van één- of tweeslachtige hoofdjes. Mannelijke
bloemen zonder bloemdek, elk bestaande uit 2 tegenover
elkander staande meeldraden, zelden uit 1 of 3 meeldraden
; helmdraden draadvormig, aan de basis vergroeid;
helmknoppen langwerpig op den helmdraad vastgehecht;
helmbindsel toegespitst, in de voortzetting van den helmdraad
staand; helmknoppen met een langsspleet naar
binnen openbarstend. Vrouwelijke bloem : bestaande uit
één stamper, zonder bloemdek; eierstok éénzijdig bultig;
stijl zjjdelingsch, lang, aan den top in 3—4 ongelijke
slippen gespleten, die aan de binnenzijde met stempel-
oppervlakte zijn bezet; eierstok anatroop, hangend aan
den top der eierstokholte. Dopvruchtjes lederachtig
glanzend, eivormig; zaad hangend; zaadhuid vliezig;