ten getale van 1—3 binnen een schutblad. Bloemdek
klokvormig 3—6-lobbig of -deelig; lobben of segmenten
in den knop dakpanswijze dekkend. Meeldraden oo (meestal
10—12); helmdraden draadvormig, boven de bloem uitstekend
; helmknoppen klein; helmhokjes evenwijdig, in
de lengte openbarstend. Rudimentaire eierstok klein,
behaard. Vrouwelijke bloemen ten getale van drie, of
zelden één of twee besloten binnen een omwindsel, gevormd
uit vergroeide, dakpanswijze dekkende schubben.
Bloemdek urnvormig, met de eierstokbuis vergroeid, met
korten 6-lobbigen zoom. Staminodiën meestal voorkomend.
Eierstok onderstandig, na de bevruchting 3-hok-
kig; stijlen meestal 3, lijnvormig, kort boven het omwindsel
uitstekend, met kleinen, eindelingschen stempel;
eitjes in elk hokje 2, half anatroop, met een naar boven
gericht poortje. Vruchtdragend omwindsel vergroot,
kogel- of eivormig, door de weinig vooruitspringende,
meer of minder vergroeide toppen der schubben op verschillende
wijzen geringd, echter meestal door tot bundels
vereenigde of vertakte stekels of wratten rondom omgeven,
ten slotte regelmatig of onregelmatig splijtend. Noten
ten getale van 1—3 in elk omwindsel, geheel hierin
besloten; vruchtwand kraakbeen achtig of verhard, dikwijls
behaard. Zaad in elke noot door mislukking één;
zaadhuid vliezig; zaadlobben dikvleezig, in de onderzochte
zaden gelijk; kiemworteltje naar boven gericht, tusschen
de zaadlobben besloten.
Boomen, zelden heesters. Bladeren afwisselend, meestal
lederachtig, gaafrandig, meestal evenwijdig vinnervig en
onduidelijk geaderd, zelden getand en duideljjk geaderd.
Mannelijke aren dun, dikwijls lang, soms pluimvormig,
vrouwelijke enkelvoudig, korter dan of even lang als de
mannelijke. Schutbladen veel en de mannelijke bloem klein.
Aantal soorten omstreeks 25, waarvan 1 in Californië, alle andere
in Zuid-Azië.
De scheiding van Quercus en Castanopsis is volgens King zeer
willekeurig, daar hij meent dat men de soorten van Castanopsis
zeer goed in de sectie Chlamydobalanus van Quercus zou kunnen
opnemen. Hij wordt hiervan alleen weerhouden door de beschouwing,
dat dit aanleiding jmu geven tot een groot aantal naamsveranderingen
van bekende soorten. Door hem wordt het eenige
verschil met Quercus gevonden in het niet zelden grootere aantal
noten en het openspringend omwindsel. Evenwel brengt hij bij
Castanopsis verscheidene soorten, waar maar ééne noot voorkomt
en omtrent het openspringen is aan herbariummateriaal niet altijd
zekerheid te verkrijgen. In Hooker’s Fl. Br. Ind. was het verschil
met Quercus gezocht in de aanwezigheid van bundels van
doorns of wratten op het omwindsel, doch soorten waar dit voorkomt
vindt men in de sectie Chlamydobalanus. [Ik meen, dat zoo
men Castanopsis van Quercus wil 'scheiden, men het eerste geslacht
zal moeten bepalen tot de soorten met gestekelde, openspringende
omwindsels]. Prantl maakt van Castanopsis een tribus
van Castanea Gaertn.- Dit geslacht is door Bentham en Hooker
bepaald tot de Noord-Amerikaansche C. pumila MUI. en de in
Zuid-Europa en de gematigde streken van Azië tehuis behoorende
C. vulgaris Lam. = C. vesca Gaertn., de eetbare Kastanje. Het
verschil met Castanopsis is gelegen in den 6-hokkigen eierstok
met 6 stempels, de meestal ten getale van drie ontwikkelde zaden
en de ten deele zoowel mannelijke als vrouwelijke gende katjes. bloemen draCUPULIFERAE
VAN NEDERLANDSCH INDIË.
1. Quercus L.S
ect. \. Cyclobalanopsis. 1)
Loiodwoicia rKpain gK o(rBtho.r ne(So.u)matra, Borneo, Malakka.)
semKih-asseirar,a tBa irRmoax,b .A —ssa mQ..) Horsfieldii Mig. (Sumatra, Banka,
argentata Korth. (Sumatra.)
nivea King (Borneo.)
liheata BI. (Zuid- en Oost-Azië o. a. West-Ja va.)
var. Merkusii Wenzig. — Q. Merkusii EndllË& Q. tur-
binata BI., niet Roxb. (Java, Banka.)
Sect. Pasania.
. scyphigera ffance (Banka.)
var. Riedelii King (Billiton.)
Kunstleri King (Malakka.)
lap(pKahcaesai aR, oBxibr.m —a, MQ.a lahkirksau.)ta Wall. — Q. Mackiana Hook.
Scortechinii King (Malakka.)
pseudo-molucca BI. — Pasania pseudo-molucca Oersled. —
tQr.a ,a nCgeulesbtaetsa.) BI. 2) —• Q. theleocarpa Mig. (Java, Sumavar.
papuana Warb. (Nieuw Guinea.)
monticola King (Zuid-Azië.)
*) De sectie Lepidobalanus, door 7 soorten in King Monogr. vertegenwoordigd,
komt niet zuidelijker en oostelijker' voor dan Birma.
vo2r)m Vvoalgne nQs . apnsdeeurdeo -amuoteluucrcs ae.en variëteit, volgens King slechts een