![](./pubData/source/images/pages/page71.jpg)
de Middellandsche Zee en Australië, in gering aantal in Noorden
Zuid Amerika, slechts weinige geslachten in tropisch en Oost-
Azië.
OVERZICHT DER GESLACHTEN.
Tribus I. Tliymeleae. Eierstok 1-hokkig, 1-eiig. Vrucht niet
openbarstend. Hypogynische schijf al of niet aanwezig. Bloemdek met
of zonder schubben.
a. B lo em d e k zo n d er schubben. M eeld ra d en in h et dubbele a a n ta l
d e r lobben.
1. Daphne. Hypogynische schijf ontbrekend. Bloemen oksel-
standig (bij de soort in Nederlandsch Indië) in langgesteelde,
okselstandige, door een omwindsel van schutbladen omgeven
hoofdjes.
2. Wikstroemia. Hypogynische schijf aanwezig. Bloemen
eindelingsch, bij de soort in Nederlandsch Indië in kluwens of
bundels.
b. B lo em dek m e t even veel o f tw e em a a l zooveel schubben als het
a a n ta l d e r lobben ; m e e ld ra d e n even veel o f in h et dubbele
a a n ta l.
3. Drapetes. Meeldraden evenveel als bloemdeklobben, met
deze afwisselend. Bloemen in eindelingsche hoofdjes, zonder schutbladen.
4. Linostoma. Meeldraden in het dubbele aantal der bloemdeklobben,
met deze afwisselend. Bloemen in een eindelingsche
pluim met twee groote gekleurde schutbladen aan den steel.
Tribus II. Phalerieae. Eierstok 2-hokkig, elk hokje met 1
eitje.1) Steenvrucht met twee kernen of door mislukking met 1 kern.
Hypogynische schijf napvormig. Bloemdek zonder schubben.
5. Phaleria. Bloemdeklobben uitgespreid.
6. Pseudais. Bloemdeklobben kort, opgericht.
Tribus III. A qnilarieae. Eierstok 2-hokkig, elk hokje met 1
eitje. Samengedrukte, hokverbrekend tweekleppige doosvrucht. Hypogynische
schijf ontbrekend. Bloemdeksehuhben tot een ring verbonden.
7. Gyrinops '). Bloemdek dun cilindrisch. Meeldraden 5.
S. Aquiearia. Bloemdek klokvormig. Meeldraden 10. *)
*) Het geslacht G yrinopsis D ecaisne,als met hetzelfde bloemdek G y rin o p s, doch met 10 meeldraden, wordt ook voor den Maleischen
Archipel opgegeven. Evenwel is mij geen soort daarvan in dit gebied
voorkomend bekend.
AFWIJKEND GESLACHT.
9. GoNYSTYLXJs. Meeldraden in onbepaald aantal. Eierstok 4—5-
hokkig, met 1 eitje in elk hokje.
, 1. D A PH N E L .
Bloemen tweeslachtig. Bloemdekbuis cilindrisch, aan
de basis vaak breeder; lobben 4, uitgespreid, met van
binnen naakte keel. Meeldraden 8, in twee rijen, alle
binnen de buis besloten of de bovenste er een weinig
boven uitstekend; helmdraden zeer kort; helmknoppen
nagenoeg zittend, langwerpig, met een smal of onduidelijk
helmbindsel. Hypogynische schijf ontbrekend. Eierstok
zittend of nagenoeg zittend, 1-hokkig; stijl kort of
nagenoeg ontbrekend ; stengel groot, knop vormig. Bes
door het af vallen van het bloemdek naakt of binnen het
blijvend bloemdek besloten, vlëezig of nagenoeg droog,
kogelvormig, eivormig of langwerpig. Zaadhuid korst-
achtig; kiemwit gering of meestal ontbrekend; zaadlobben
vleHezeiegs, tedrsik oopfg ezreilcdhetn onf angeeenroleiggg epnldat.. Bladeren verspreid
of opeengedrongen, overblijvend of afvallend. Bloemen
meestal gekleurd, in hoofdjes of korte trossen, die aan
de oude knoopen of in de bladoksels of aan de basis
der jonge loten zijn gezeten, en weinigbloemig zijn of
veelbloemig en dan min of meer tot pluimen vereenigd.
Aantal soorten omstreeks 36, in Europa en subtropisch en Oost-
Azië, eenige weinige in Zuid-Azië. De laatste behooren tot de
sectie E rio so laen a M eissn ., overeenkomende met Bi.ume’s geslacht
van dien naam, gekenmerkt door de tot gesteelde hoofdjes verbonden
en door 2—4 schutbladen omgeven bloemen met een afvallend
zijdeharig bloemdek en naakte bes.
2. W IK STRO EM IA E n d L
Bloemen tweeslachtig. Bloemdekbuis lang; lobben 4,
uitgespreid; keel van binnen zonder schubben. Meeldraden
8, in 2 rijen binnen de buis besloten of de hoogste
er kort boven uitstekend; helmdraden zeer kort; helmknoppen
langwerpig; helmbindsel smal. Hypogynische
sohijf bestaande uit 4 of 2 smalle schubjes. Eierstok zittend
of nagenoeg zittend, lang- en zachtharig, 1-hokkig;