Edwarsiana Low. (Borneo.)
echinostoma Hook. f. (Borneo.)
Rajah Hook. f. (Borneo.)
Veitchii Hook. f. — N. villosa Hook. Bot. Mag., Lern.
Ra(fBfleosrniaenoa. )Jack. — N. Hookeri Alphand. (Singapore, Sumatra,
Borneo.)
Phyllamphora Willd. —• N. macrostachya Bl. —■ N. fim-
briata Bl. — N. Burbidgei Hook. f. (Singapore, Malakka,
Sumatra, Borneo, Java, Ambon, Nieuw Guinea.)
var. macrantha Hook. f. ('Borneo.)
bicalcarata Hook. f. (Borneo.)
Boschiana Korth. (Borneo.)
var. Sumatrana Miq. (Sumatra.)
var. Lowii Hook. f. (Borneo.)
hirsuta Hook. f. (Borneo.)
eustachia Miq. (Sumatra.)
sanguinea Lindl. (Malakka.)
celebica Hook. f. (Celebes.)
Bongso Korth. (Sumatra.)
tentaculata Hook. f. (Borneo.)
melamphora Bl. — AL gymnamphora Reinw. (Java.)
var. lucida Bl. (Borneo.)
var. haematamphora Miq. (Java.)
albo-marginata Lobb. — N. tomentella Miq. (Singapore,
Sumatra, Borneo.)
villosa Hook. f. (Borneo.)
Reinwardtiana Miq. (Singapore, Sumatra, Borneo.)
gracilis Korth. — N. Korthalsiana Miq. — N. laevis Korth. p.p.
(Malakka, Singapore, Sumatra, Borneo.)
Teysmanniana Miq. & N. laevis Morren (Sumatra, Borneo.)
trichocarpa Miq. (Sumatra.)
var. erythrosticta Miq. (Sumatra.)
maxima Reinw. (Celebes.)
angustifolia Mast. (Malakka.)
eincta Mast. (Borneo.)
gymnamphora Miq. (Java.)
Hookeriana Low. (Borneo.)
laevis Lindl. (Malakka.)
lanata Hort. (Borneo.)
Lindleyana- Low. (Borneo.)
Loddigesii Baxt. (Borneo.)
Nordtiana Hook. f. (Borneo.)
pumila Griff. (Malakka.)
Treubiana Warb. (N. Guinea.)
Fam. CIX. CYTINACEAE.
Bentham et Hooker, Genera Plant. III, p. 116. — Miq. Fl Ind.
BSuaRt.i NIG A2R pi.n 68M6i. dd—en -SHuomoakterra. fI.V ,i n2 ,D .p . C2. 6.P —rod .B XVII, p. 106. aill. Hist. Plant.
IX 1888, p. 30. — Solms in Engl. u. Prantl, Natürl. Pflanzenfam.
III, p. 274. (Raffl.) ■:
Bloemen regelmatig, één- of tweeslachtig. Bloemdek
enkelvoudig, vleezig, cilindrisch, knopvormig of kogel-
of klokvormig, met aan de basis in den eierstok vergroeide
buis — of bij de mannelijke bloemen met steel-
of schijfvormige basis — boven den eierstok meestal
verlengd, met B—10-deeligen zoom; segmenten in enkele
of dubbele rij in den knop dakpanswijze dekkend of
klepswijze aaneensluitend. Meeldraden 8—cc ; belmknop-
pen om een centrale vleezige zuil, die de geslachtsorganen
draagt, of aan de monding van het bloemdek zittend,
tweehokkig; . elmhokjes door een langsspleet of door
een eindelingscbe porie openspringend; stuifmeel kogelvormig
of B-lobbig, meestal kleverig. Eierstok onder-
standig, zeer zelden half bovenstandig, 1-hokkig of, doordat
de uit vele plaatjes bestaande zaadlijsten op verschillende
wijze naar binnen dringen, onvolkomen veelhokkig;
één stempel, onverdeeld, schijfvormig of gelobd, op den
top van den eierstok of een ringvormige stempelopper-
vlakte aan den rand van de zuil der geslachtsorganen *);
eitjes zeer talrijk, de wandstandige of van den top van
de eierstokhokjes neerhangende zaadlijsten van alle kanten
bedekkend, nagenoeg zittend en orthotroop of van een
zaadstreng neerhangend en anatroop. Yrucht vleezig,
door het afvallen van het bovenste gedeelte van het bloemdek
naakt of met den verwelkten zoom aan den top,
1-hokkig, maar vaak gedeeld door bet naar binnen dringen
der vertakte zaadlijsten, die de geheele holte opvullen,
niet open barstend of op onregelmatige wijze doorscheurend.
Zaden klein, talrijk, de weinig vooruitspringende
zaadlijsten bedekkend of door bet onregelmatige
‘) Zie bij Rafflesia over de voor stempels gehouden uitsteeksels
op den top der centrale zuil.