i74 B e s c h r y v i n g v a it
Afdee ” de Schaalhuid ftrakker gefpannen, eri dé
XXXii.’ » Schaal niet zo harti en glad is. Soratyds
Hoofd- >* vindt men verfcheide Paarlen, tot zeven
5w ! ” toe> in een zelfde Mosfel, doch flegts aan
Mus/ei. 3, het bovenke en onderke End op eene Ry,
3, nevens elkander aan den Rand, ieder in
3» een Beursje der geplooide Huid, die in
i» deugd en grootte verfchillende zyn, gelyk
3, twee witte en één graauwe, of allen graauw,
3, enz” *
ifenióróm Paarlvisfchery bekaat in het . ophaaien
MosfeiVn der Paarlmosfelen, en in het openen derzel-
tóen?0’ ven om naar Paarlen te zoeken. Daar ’t Wa-’
ter ondiep is, kan men ze met de Handen
grypen: daar ’t dieper is gaan de Paarlvis-
fchers fomtyds langs een Stok neder, en vat-
ten de Mosfelen met hunne Toonen. Anderszins
wordt ook wel een Vlotje gemaakt,’ met
een Gat in ’t midden, door *t welke men een
Houten Tang tot óp deri Grond keekt en dus
de Mosfelen ophaak. Het Vlot is van ön-
deren wit geverwd, en wordt door een Steen
zodanig tegengehouden j dat het maar langzaam
afdryft met den Stroom.- Een Man,-
met zyn Aangezïgt over ’t Gat leggende,
kan de Mosfelen zien en met de Tang vatten.
Door middel van zulk een Toeftel kan
hy wel duizend Mosfelen in êen' Dag ophaaien
: doch, daar het eenige Ellen diep is of
troebel Water, gaat zulks niet aan.
Dus een menigte van Paarlmosfelen bekomen
D E G A A P E R Sf 1 7 $
men hebbende, zo is de Vraag, höe ’er de y|.
Paarlen best uit te haaien zyn. Smyt menze Afdeéu
„ p \ Land, zo gaapen zy wel draa, en
ven, zo zy in de Zonnefchyn leggen, binnenSTUK.
’t half Uur. Veelen keeken ’er het Mes in , Jw jr
en fnyden de Banden los, waar door het Dier
ook onfeilbaar kerven moet. Dit heeft een
ongelooflyke vernieling van deeze Schulpdie-
ren, tot groot bederf van de Paarlvisfchery in
Sweeden, te weeg gebragt. De Heer G is -
s l e r kelt derhalve een Manier voor, om de
Schaal te openen, en de Paarlen uit te haaien,
of naar dezelven te zien, zonder befcha-
diging van het Dier: als volgt.
„ Neem eene enkele Mosfelfchulp, met het Hoe d#>
„ kotnpe End, in de regterHand, en, dèfael-^ ^ j f
„ dere Zyde naar u toekeerende, zo keek
,, vóorzigtig het kleine fpitfe End der Schaal,
,, fcheef tusfehen en langs de ongevliesde
,, Schaalranden der Mosfel, die men wil ope-
3, nen, tot aan de Huid, twee Duim boven
„ dendwars-Band aan het kompkeEnd. Men
„ houdt, inmiddels, de Mosfel met de Hin-
„• ker Hand, en, de Schulpen dus een Vin-
,, gerbreedte van elkander geboogen hebben-
,, dc, brengt men de Slinker Duim midden
„ in de Schaal, dwars over de Opening, en
j, onderkut tevens de beide Schulpen, dat zy
„ zig niet te famentrekken: dan beziet men
,, voor in de Schaal, aan de Randen, op de
,, gedagte plaatfen, naauwkeurig, o f zig ee~
3) ne