V*. gebragt, en dan in de holligheid van de
Ü P Schaal uitgeworpen zyn. Tot de verdere uit-
H oofd- werping kan ik geen zwaarigheid vinden; de*
%VKFok * a^s er Schaal zo vol van is,
’ door het openen der Dekzeltjes van zelf
fchynt te moeten gefchieden, wanneer het
Dier zyn Lighaam , dat naar een hollen
Darm o f mooglyk liever naar den Blinden
Darm gelykt, maar een weinig doet zwellen.
Dan worden, waarfchynlyk, die Eitjes alom
verflrooid, en dus zullen maar weinige zig
.ergens kunnen aanhechten. Zulk eepe ongeregelde
verfpreiding komt met de Kuitfchieting
der Visfchen overeen, en wordt bovendien
bevestigd door de verwardheid, in welke
men de Pokken famengegroeid vindt. Ik heb
een gewoone Mosfel, die op de beide Schulpen
te famen met een Tros van Pokken bezet
is, welke haar by. de twee Duimen dik
maakt. Daar zitten dertig Pokken op, waar
van de helft byna zo groot als Hazelnooten.'
Op Franfche Patellen heb ik ’er kleiner dan
Hennipzaad in menigte. Maar het aanmer-
kelykfte is, dat ik op kleine Kokhaantjes of
geftreepte Strandfchulpjes, aan de Kust der
Zuiderzee, by Muiden opgeraapc, en gefloo-
ten ongevaar de grootte van een Erwt hebbende,
zodanige Pokjes vindt, die niet alleen
aan de kanten van de Schaal, uitwendig, als
gewoonlyk, met kleinder Pokjes begroeid zyn,
maar ook op de Dekzeltjes, binnen den Mond
der Schaal, één of meer jonge Pokjes heb- VI.
ben zitten, die fomtyds zelfs de geheele Ope-
ning van de Schaal zodanig vullen, dat z y hoofd.
het Dier van de Moeder-Pok noodwendig
hebben moeten doen .verflikken,, Zou dit fom- ‘ je*
migen ook tot het ongerymde denkbeeld hebben
gebragt, dat de Kwast jjof {Pluimen het
VrugtbegiDzel o f de Vrugt zelve van het Dier
der Pokken zyn (*}?
(h 2) Lepas, die onbeweeglyk vast z it, met ee- XII.
Kegelvormige, gerimpelde, Jlompe
Schaal, Iwn„
Zee- Tuig.
In Oostindie valt een grooter Soort van Zee-
Pokken of Zee-Eikels, die men in ’t Maleitfch
Gindi Laut en doorgaans Zee-Tulpen noemt.
Zy zitten by klompen aan de 1 Schepen en
Klippen, fomtyds wel een knoest maakende
van grootte als eens Menfchen Hoofd. Ieder
heeft
On prefume qae ee Panache est V Embrion même de l'A -
nimal, zegt de Heet d’a*R g e n t i l l | , i dans la Couchy-
liologïe, II. Part. p. 65. Zo dat het duister is, of hy dit
voor zyn eigen denkbeeld, dan voor dat van anderen, op-
geeve.
(12) Lepas Tesfa conica rugofa, obtula, fixa, M. L, U.
466. N. 3*. Balanus tintinnabuliformis lasvis, LANG. “Test,
4, RDMPH, Muf. T. 41. f, A. GUALTH» Test. T. lof»,
f. H. ARGENï . Conch. T. 30 (26.) f. A. Philof. Tranfdïi,
i7jS. V. 2, T. 34.. f. g. K no r r Verzamel. n,*D, Pl, 2*
fig~6. IV, O, Pl, 21, fig. 1,
:. Besl. xv. Stuk,