y i.
• A fdeel,,
x xV iii.
Hoofdstuk*
318- N a u t i l u s . Testa multilocularis $ fo-
ramine communicante.
319. C onus. Testa Aperturä effufd 3 linear
is edentuld.
320. C y p r /ba . Testa Apertura effufd, IU
nearif utrinque dentatd.
321. B u l l a . Testa Aperturd fubcoaräatd>
obliquatä.
322. V olu t a . Testa Aperturd effufd, Columelld
plicata.
323. Bu c e iNüM. Testa Aperturd Canaliculo
dextro.
*324. S trombus . Testa Aperturd Canalicu-
lo finifiro.
325. M u r EX. Testa Aperturd Canaliculo
reSto.
326. T r o c h u s . Testa Aperturd coaräatd
fubtetragond.
327. T urbo.- Testa Aperturd coarElatä ofbiculari.
328. H e l i x . Testa Aperturä coarttatä Lunari.
329. N e r i t a . Testa Aperturä coarttatä femiorbiculari.
330» H a l i o t i s . Testa Aperturä dilatatd,
* pertufd. *
4. Uni1
D E R S € HUL P I EREN* Bj
318. N a u t i l u s , De Schaal mét veele
Hokjes, die door middel yan een
Gaatje gemeenfchap hebben.
319* C onus . De Schaal met een wyd uic-
loopende Mond, die fmal is en overal
even breed, zonder Tanden.
320. CYPRjEA.De Schaal met een wyd uit-
loopende Mond, die fmal is en overal
even breed, wederzyds getand.
^21. B u l l a , De Schaal met een naauvyer
toeloopende Mond, die fcheef Haat.
322. V o l u t a . De Schaal met een wyd
’ uitloopende Mond; de Spil geplooid.
323. BucciNiUM. De Schaal met een Sleufje
aan de regterzyde van den Mond*
324. S t rombu^. De Schaal met een
Sleufje aan de ilinkerzyde van den
Mond.
^25. M urex. De Schaal met een regtuit
loopende Sleuf, by den Mond.
326, T r o c h u s . De Schaal met een ver-
naauwde Opening, die eenigermaate
vierhoekig is,
32^. T urköv De Schaalmët'een vernaauw-
de Opening, die rondagdg is.
328. Helix. De Schaal met een vernaauwde
Opening, Maanswyze.
329. N e r it a . De Schaal met een vernaauwde
Opening, die halfrond is.
330* H a l i o t i s . De Schaal een wyde Opening
hebbende, met Gaatjes doorboord.
I. Deel. xv. stuk, ^ ^ 4* Een-
VI.
Afdeel,
XXVJII.
■ HOOFJJ.
STUK.