VL
AfFEEI
XL.
Hoofd»
STUK.
Fontein •
bak.
De Oöstindifche Nagelfchulpen worden doof
' R umphi ü s onderfcheiden in zodanigen die
aan den Oever en die in Zee voorkomen. De
Oeverfchulpen zyn zeer langwerpig, een Hand
lang j en men vindt ’er , zegt hy, Mannetjes
en Wyfjes onder. Het Wyfje, dat gemeenst
i s , heeft de*Schaal verdeeld in vier of v y f
uitReekende ronde Ruggen , tusfchen beiden
diepe Vooren maakende, behalve aan de eene
zyde , daar zy een naauwe OpeDing hebben ,
welker kanten gekarteld zyn. Het Mannetje
is langwerpiger, in negen of tien Ruggen o f
Ribben verdeeld , en op hetzelve ftaan de
Schubben digter, doch zyn zo lang niet als
in ’t W y fje , en de Opening aan de Voorzy-
de is veel grooter. Deeze verfcheidenheden
neem ik onder myne .Nagel-Doubletten wel
duidelyk waar. Die uit Zee komen, genaamd
Pelagia, worden, zegt hy, van drie tot vier
en v y f Voeten lang , en hebben de Schubben
niet alleen zeer groot, maar ook wel twee
Mesruggen dik, meest Romp en afgebroken ;
gelyk zy ook zódanig begroeid zyn, dat men*
zs kwaal yk fchoon kan krygen. Deeze Doubletten
vallen wel een half Voet dik, en dus
van ontzaggelyke zwaarte Het zyn . de Fonteinbakken,
waar van ik, heb gefproken. Zo
menze aan Rukken Raat, bevindt men dat de
'Schaal uit verfcheide Laagen gemaakt is , die
buiten twyfel over elkander heen of onder elkander
voortgroei jen, en, dewyl de jongRe
Laag
Laag tevens de voorRe is, zo zyn de kanten, VI.
in de onbefchadigde, dik wils zo fcherp, dat
men de Schulpen niet behandelen kan, zo lang hoofd-
bet Beest ’er in is, zonder gevaar van zig te stuk.
jcwetzen. Iemand zou ligt zyn Hand kwyt Fontein-
raaken, indien die tusfchen de gaaping der ^
Schulpen in kwam: ja by de Molukkifche en
Papoefebe Eilanden vallen deeze Dieren zo
groot, dat zy dikwils het Ankertouw van de
Sloepen en kleine Vaartuigen afknypen, even
als o f het afgekapt ware. De Duikers weeten
?er een Touw om te brengen als een Strop , en
dan , het Schulpdier met kragt opgeheesfen
hebbende, maakt men met een Mes de Pees
los, waar door de Schulpen ópen gaan. Dus
kan men niet alleen het gene verlosfen, dat ’er
in bekneepen is, maar ook den Vifch uithaaien.
De Visfchers maaken van de grootRen
Rookvleefch, dat zy dan te koop brengen,
maar uitermaate taay is, een lekker Kostje voor
Yzeren Tanden en dikke Tongen, flimmer als
gedroogde Zeekatten, zegt R u m ph i us , doch
’t wordt meest by den Theebak opgefchaft, om
daar aan te peuzelen.
Cl 56) Kom- Doublet, dit de Schaal geplooid CLVr
gil Chama
Hippopus*
f155) Chama Testa plicat;1 murieata , Ano retufb claii/b
dep.tato. M. L. U. jig. N. 82. BONANif. Recr. II. C 3i
82. Rumph, Mus, T. *2. f C. G u a l th. Test,Tt 93. f.
T 3 A.