VI.
A FD nia
XLIIL
HOOFDSTUK.
GCXXXIV,
jîttOinui
•pubescenSm
jgaairige*
ze , zo wel als de voorgaande Soort, menigvuldig
CCXXXV.
u4nomit<z
fa r fta .
X)ikke*
en altoos Doublet, ongemeen dik van
L y f , onder de Ver (leende Zaak en in Engeland,
en deeze twee. benevens de twee voorgaande,
fchynen my Verfcheidenheden te zyn van die
Petrefakten uit Switzerland, welke men ge-
meenlyk Anomies noemt.--
(234) Anomie, die de Schaal dwars Eyyor-
miÈ met Sleuven, de eene Klep met een
gaapende Bil aan 't Scharnier heeft.
Op de Plantdieren van den Noorfchen Oceaan
is een Doubletje waargenomen, van grootte
naauwlyks als Komkommer-Zaad en wit. De
beide Schulpen van ’t zelve zyn elkander gelyk
en, met het Mikroskoop bezien wordende,overal
dunnetjes hezet met korte overend ftaande
Haairtjes.
(235) Anomie, die de Schaal rondagtig met
veele Sleuven, de Kleppen verhevenrond
en aan de Tippen agtfandig heeft.
Deeze komt onder de Ver (leende Zaaken
voor.
( 23<0
f234^Anomia Testa obovata fulcatd, Valvula altera Nats
ad Cardinem dehiscente apertura. Syst. Nat- XII.
( 2 3 5 ) A n o m i a TestS fubrotunda m'ultifuloata, Val villis Con*
vcxis, apice o&odentaiis. Syst. Nat, XII,
u
(256) Anomie , die de Schaal dwars Eyvor- VI.
mg gejtreept en ruig , de ééne Klep ^ n n “'
met een langere Bil, die doorboord is. Hoofd-
heeft. stuk.
CCXXXVl *
In de diepte der Zee van Noorwegen komt cTPut%r.
deeze voor, die de 3 Schaal van voeren farnen-SPla£nKgties'-
,gedrukt, overlangs geftreept en wit heeft. De Kop.
beide Kleppen hebben den Rand gekarteld en
l}et Scharnier heeft, in beiden, wederzyds een
uitpuilende Tand. De naam zal zekerlyk van
de Geftalte afkomltig zyn.
(237) Anomie , die de Schaal dwars Eyvor- CCXXXVII.
mig, effen, verhevenrond, de ééne Klep rêZZt«.
In fömmigen van deeze Soprt, die men,
Verfteend zynde, Terébratulieten noemt, zyn
de Kleppen eenigermaate geplooid, doch in an-
déren heeft dit niet plaats, welke men echter
betrekt onder dien zelfden naam. De aange.
haalde van L i s t e r , by voorbeeld, zyn in
dit
la.
Pappegaais
Bek;
f23«) Anomia Testä obovata fliiata tomentoß, Valvulä altera
Nate longiore perforata. Faun. Suec. 2154. COLUMN.
Purp, 22. f, 2 . GUALT H. Te ft. T. 90. f. C.'
(237) Anomia Testä obovatä laevi convexä, Valvula alterä
triplkata , alterä biplicatä, Faun. Suec. 2155. Column.
Purp. 22. f.i. LIST. Angl. 24o T. 8. f.46. K Lil in Oftrac'
T. I I , f. 74. KN O RR Nerzam. IV. D. PI. 30, f. 4,
Aa 4
I. Deel. XV. Stuk.