183 B e s c h r ï v i n c v a n
VI. De Kenmerken beftaan in een Schaal die
XXXflï. IangwerPiS en tweekleppig is, wederzyds gaa-
Hoofd- ' pende, hebbende toe Scharnier een Ëlswyzen,
stuk. omgeboogenen, dikwils dubbelen Tand, niet
j<en.m fluitende in de tegenover - Schulp: den zyd-
rand flaauwer. Het Dier behoort tot het Ge-
flagt der Ascidice, gelyk in de voorgaanden.
soorten. Tien Soorten zyn ’er tjians van die Geflapt
bekend, waar onder zes voorkomen in de Eu-
ropifche Zee-Wat er ep.
xxxm. C33) Scheedemet eene overal even breede, reg-
- u Sehaall het ééne End gerand; de
<^eut- Scharnieren ééntandiz.
Doublet. ö
Aan deeze Soort geeft men gemeenlyk den
naam van Geut -Doublet, en ook wel van
Mesfehecht, daar de geflooten Schulpen niet
kwaalyk naar gelyken. Ook flaat by R um-
v hiTTs , dat menze in ’t Neerduitfch Orgel-
pypen noemt. Zy hebben, zegt die Autheur,
de langte van vier en v y f Duimen, de breedte
van een Vinger, zyn dunfchaalig, uit den
ronden wat plat, aan de eene zyde door een
Vel-
(33) Sole» Testa linear! recid ; extremitate altera mafgina.
ti; Cardinibns unïdentatis. M. L. U. 472. N. 12. Syst. Nat.
X'I. Gen, 304. P-UMPH. liïujZ T. 4$. f. M, G u a l t h »
'Tatar. T. 95. f. D. AH GEN V. Conch. T. 27. (24.)
f. K. Kl e i n , O 5 trace l, Tt 11« f, 65. K n o r r . Ttrzantl
I D. PI. 28, f. 3.