Avoeei ZS aan ^teenen Z1& vastzet 3 vermenigvuldig
XXXlX-^en: temeer3 dewyl de Vifch, in deeze ScbuL
Hoofd- pen beflooten, veel overeenkomst met de Oes-
STUK. ters heeft.
™ f ndi- De Westindifche Lazarus-Klappen, waarvan
eerst onlangs een menigte overgevoerd zyn,
komen met de Maltheefche in grootte, grofheid
en aangroeijing van de Schaal, overeen:
zy hebben ook die Foeliebladeren aan de on?
derde Schulp , dpch de bovenfte is ronder.
Voorts vindt men in de Kleur weinig verfchü
tusfchen de hovende en onderfte, zynde die
beiden veelal , op eenen vuilwitten Grond,
meer o f minder Rooskleurig of hooger Rood
getekend ; inzonderheid aan de Billen , by ’t
Scharnier , die dikwilg allerfchoonst Qranje,-
kleurig zyn. De langde Bil is dikwils als een
Vogelsneb omgeboogen; de Lippen vindt men ,
van binnen , paarfch o f roodagtig gezoomd ;
doch de holligheid is , voor ’t overige, dof
wit als in de gewoone Oesters. Van deeze
foort komen ’er voor, die geheel Oranjekleurig
en byder lang getakt zyn, ’t welk ’er een
ongemeene fraaiheid aan byzet (*_).
Oostindi- Zodanige, als de laatstgemekkn, mankeeren
ook niet ondgr de Oostindifchg, en zyn dap
van zeer veel waarde. \ Sphynt dat d’A r-
g e n v i l l e , met Letter G , zulk eene bedoeld
(*) K n o r r Verzam. V. p. PI. 9- f-1. VI-D. PI, 9. £ i.
doeld heeft; zeggende dat het een der fchoon-
Ren en ,zeldzaamden is, door de Autheuren XXXIX.
befchreeven onder- den naam van Oester met Hoofd-
roode Vlammen. Niet alleen de Stekels, z e g tSTU^
hy , maar de geheele Schaal, is Vuurkleur.
Volgens zyne Afbeelding zou de bovenfte zo
wel als de onderfte Schulp ge-Oord zyn, ’t
welk ook in die roode van.GuAi .THie r i ,
PI. 99. Letter F en G , fchynt plaats gehad
te hebben , zo wel als in die van R um-
p h i u S', genaamd Ofireum echimtum, welke
L innaïus tot deeze Soort heeft t’huis ge--
bragt. Zodanig is zekerlyk ook die van Fig,
i . , op de Agtentagtigfte Plaat van Se b a ,
geweest, welke uitermaate hoog was van
Kleur : om van andere aangehaalde niet te
fpreeken. Myne Oostindifche, eindelyk, hebben
de onderfte Klep, zo wel als de bovenfte,
met Ooren voorzien. Voeg hier by de
Afbeeldingen in ’t Werk van K no r r , waar
uit zig de verfchillende Kleur openbaart (f).
Van deeze fpreekt R ump h i u s , onderden
naam van Ojlreum echinatum, in ’t Maleitfch
Bid Tsjoeppo, aldus. „ Zy heeft twee holle
„ Schaalen, donkerbruin, en overal met Ste-
kels o f Takken bezet, gelyk een Zee-Ap-
,, pel, van ongelyke langte. Sommigen zyn
„ breed,
Cl) zie KNORR Verzam. I. D, Pl, 7, f. ï. Pi. 9, f.
V D. Pl. 7. f. 2, 3. VI D. Pl. 9- *. 4.
S 5