P laat CXVII. A f bedding tan Schee*
den , Hart - D oubletten , enz. tegen
Fig. i. De Scheede o/Mesfehecht,
met het Dier daar in. bl. 189
2. Europifcbe Telline met het
Dier. bl. 209
— 3 , 4. Franfche Hart | Doubletten,
dito. bl. 230
— 5. Triangel - Doublet. bl. 247
.._ 6. Venus - Kous met Haair. bl. 254
Plaat CXVIII. Afbeelding van de Kam*
D oubletten , enz. —
Fig. 1. Een Kam - Doublet of Mantel
geopend, met bet Dier daar
in, bl, 321
— 2. Een Poolfehe Hamer vanbinnen
gezien. bl, 338
.— 3. Anomie genaamd Kleef- Oester
, die geplooid is. bl. 3 65
P laat CXIX. Afbeelding van de O e s t
e r s , enz, —
Fig. 1. Een Poolfehe Zadel met een
Snoer van Paarlen, daar aan
vast. bl, 3öi
_ 2. Paarl - Oester - Schulp met een
Paarl daar in gegroeid, van
binnen. bl. 387
- De zelfde Schulp van buiten
gezien, om bet Gaatje te ver■
toonen. bl. 389
=,_ 4. Mosfel van Algiers, die groen
en geel is, met zynHaair, en
Voet of Tóng. bl. 414
més. 5, Roodkleurig Hamdoubletje
met zyn fyneZyden Baard, bl, 442'
besch ryving
D E R
D I E R E N .
Z E S D È A F D E E L I N G .
X X V I I I . H O O F D S T U K .
De Eigenfchappèn der S c h ü l p d ie r e h iö
’c algemeen, en derzelver Voortteeling in ’£
byzonder, als ook de vorming en mngroeijing
van de Schaal. Verdeeling in Geflagten volgens
de Gefialte der Hoorens én Schulpen.
Dieren van den Derden Rang, inde
< J ) > Klasfe der W orm e n , zyn de ge-
y nendie men, métregt, S c h u l p ?
d ie r e n kan noemen. Sommigen»
wél is waar, geeven ’er den naam aan van
1Schaaldieren, doch dus worden zy verward
met de Crustaèea, zó wél die tot de Mekten
behoórén, gelyk de Kreeften, Krabben, Gar-
fiaalen en dergelyken meer; als die tot dea
Tweeden Rang- der Wormen zyn ’t huis ge«
bragt, de Zee - Sterren, naamelyk, en Zee - Ap -
pelen. Deeze, immers, hebben eene dikwils
zo harde Schaal, dat A ld ro v and t js de
A laatséj