VI.
A fdeel.
XLIV,
Hoofdstuk.
Rivier•
Mosfel.
„ de Rivier -Mosfelen, uit twee EijerRokken
3, en twee Zaadblaasjes, die ieder haar eigen
„ Kanaal hebben. Door deeze vier ^Kanaalen
„ is het dat de Eijeren en ’c Zaadvogt der-
„ zelven, zégt de Heer M e r y , zig in het
„ Aarsgat, onder ’t uitwerpen, vereenigen o f
, , famenvoegen , ’c welk genoegzaam is tot
,, de Voortteeling. Voor hec overige moet
„ men opmerken, dat de Eijerftokken van de
,, Mosfel zig niet. van Eijeren ontledigen dan
„ in ’c Voorjaar, en niet daar mede opvullen
„ dan in de Herfst: waarvan het komt, dat
„ menze altoos in de Zomer ledig van Eijeren
en *s Winters altoos vol Eijeren vindt.”
Ik weet niet, dat deeze Mosfelen, die volgens
L innjeus in de Monden der Rivieren
huisvesten, van een aanmerkelyk gebruik zyn.
Z y kruipen in de Zandige Slyk, daar zy zig
met het Scharnier om hoog in plaatzen, volgens
L i s t e r , zodanig dat maar een klein
hoekje van het ftompfte gedeelte , waar de
Kop van het Dier i s , buiten het Slykerige
Zand uitfteekt, maakende een Spleetje, waar
door menze gemakkelyk kan vinden en mag-
tig worden. De Kraaijen zyn 'er zeeropver-
flingerd, breekende de Schaal met haareti-Bek.
Mooglyk worden zy ook tot Aas van de Vis-
fchers gebezigd. Het Vleefch'ziet uit den rqs-
fen ( *> C258)
(* ) Animal. Angl. p. 147. Lister heeft zesderley Rivier-
Moslelen in Engeland waargenomen, die in zyn Sy nopfs Co**
cbyliorum afgebeeld zyn.
Mosfel-Doublet, die de Schaal Ey-
vormig , eenigermaate famengedrukt en xliV.*
zeer broofch, met een Vliezigen Rand, Hoofd-
de Billen ontboljlerd heeft. stuk.
CCLVIU*
Dit is een kleiner Soort Van Rivier - Mosfe- Anatinus.
len, niet minder broofch dan de voorgaande, "
en veel gelykende naar de Verffchulpen, die
onder de Gaapers befchreeven zyn * maar b^ f iU
broofcher en grootelyks daar van verfchillen*
de, doordien het Scharnier geen Tanden hééft,
en flegts, uit een enkele Streep beftaat. Op
deeze vergasten zig de Eenden , en daar van
heeft zy haar Qaara. In Sweeden geeft men
’er den naam van Sjo-Musla o f enkel Musla
aan.
(259) Mosfel-Doublet, die de Schaal glad cctvA.
en Eyvormig, Vliezig, doörfchynende
met het Scharnier aan 't End heeft. Grocn'
De Schaal van deeze, die uit den Zuidelyken
Oceaan afkomftig was, hadt maar de grootte
van een Nagel, en was uitermaate dun: zo
dat
(zj8) Mytulus Testa ovali compreslmscuU fragilisfimA Mar-
gine membranaceo, Natibus decorticatis. Faun. Saec. ai 58.
Eist. Angl. App. 30. T. 1. f. 2. Concb.T. IJ4,f.s, GUALTH.
Fest. T, 7. f. E.
(259) Mytulus Testa laevi ovata Membranacea pellucida,
Caidine teiminali. M. L, U. J42. N, 133*
E e a