W bedoeld worden; die in Oostindie drie of vier
XfilILX Vademen diep onder Water voorkomen , en
Hoofd meestal Paarlryk zyn. Aan de Xulaafche en
stuk» Papoefche Eilanden vifcht men ’er met Paar-
lèn, die byna zo fraay zyn als de Ceylonfche.
Sedert eenigen tyd zyn hier veelen van deeze
Poolfche Zadel - Schulpen bekend geworden,
die, gelyk hy zegt, van buiten uit dengraau-
wen ros, van binnen Paarlemoeragtig zyn,
met eenig rood gemengd; zo dat zy zig byna
als glad gebruineerd rood Koper vertoonen.
Xn eenigen derzelven komen enkelde Paaiden
voor; doch naauwlyks zal men de weergade
vinden van zulk een fraaije Poolfche Zadel-
Doublet, als waar van de ééne helft alhier
in Fig. i , op Plaat GXIX, van binnen vertoond
wordt; met een Snoer van fchoone
witte Paarlen daar in gegroeid. Deeze Doublet,
welke byna de helft in breedte verkleind
heeft moeten worden op onze Plaat, houdt
de maat van R u mp h i u s , die van zes o f
zeven Duimen middellyns fpreekt. Van buiten
is zy Schilferig, van binnen glad en taa-
melyk dik van Schaal, die een zeer fchoon
Koperkleurig Paarlemoer, met een aartigen
weerfchyn, uitlevert. Het Scharnier, evenw
e l, beken ik , zou deeze eer fchynen te betrekken
tot het naastvolgende Geflagt, als nader
overeenkomende met dat der Transparanten
; hoewel men ’er doch veele Groefjes in
vindt.
XLIII. HOOFDVI.
A fdeel»
XLIII.
Hoofdstuk*
Befchryving van 't Geflagt der A n o m ie s , dat
Doubletten zyn , ovier ééne helft in Geftalte
grootelyks van de andere verfchilt.
en heeft zekere Verfleende Conchyliën, Naam.
waarfchynlyk wegens haare onregelmaa-
tige figuur , nu eenige Jaaren geleeden Con*
chce Anomice , in ’t Franfch Anomies geheten.
Somtyds geeft men deezen naam, zegt B e r-
t r ANP, in ’t algemeen, aan alle gegravene
Hoorens en Schulpen, wier Origineelen uic
de Zee nog onbekend zyn. Volgens d’A r-
g e n v i l l e is een GoncJia Anomia zodanig
eene, wier ééne Schulp van de andere verfchilt:
dermaate, zal hy willen zeggen, dat
de ééne geheel niet naar de andere gelykt.
Het een o f andere heeft plaats in de meeften,
die door L inn^eus tot dit Geflagt betrokken
zyn , en welken ik derhalve, in navolging van
zyn Ed. , hoe zeer zy ook van de gewoone
A n o m ie s of Terebratulieten verfchillen mogen
, onder deezen Geflagtnaam zal begrypen*
De Kenmerken beftaan in een ongelykklep- Ken^ei-
pige Schaal, waar van de ééne helft platagtig,
de andere by ’t Scharnier bultiger is , en één
van heiden aldaar dikwils mét een Gat doorboord.