VI.
A fdeel,
XL.
Hoofd*
stuk.
Zotskap-
Doublet.
2 0 8 È E 5 C H R Y V I N G V A N
tig en effen, met de Billen omgekr'omd
en een gaapende Spleet heeft.
Denaam, dien deeze Doublet voert, is van
de Geftalte afkomftig, welke, in ieder Schulp
op zig zelve, door de omkrulling by ’t Scharnier
, zeer wel de figuur van eene gewoonlyke
Zotskap uitdrukt. Het is deeze waar van Bo-
IVANNI zegt, Bucardia wordt deeze Doublet
genoemd wegens de gedaante, die naar een
Ósfen- Hart gel ykt. Ziedaar, om wat reden
L innasus ’er den bynaam van Cor aan geeft:
want van de andere zyde, daar die Krullen
nietzigtbaar zyn, vertoont zyde Geftalte van een
Hart. Aldaar heeft zy ook de Spleet een weinig
gaapende. By G u a l t h i e r i is de Geftalte
volmaakt uitgedrukt van deeze Doublet, en
van de Schulp, die zeer Komagtig is , wegens
haare holte. By S e b a heeft men ze , op
de aangehaalde Plaat, en uit derzelver grootte
, van ongëvaar drie Duimen in langte, breedte
en dikte, hoedanige ik ook heb, blykt,
dat het die van d’A r g e n v i l l e , het kleine
Osfen - Hart genaamd, welke ’er ook in andere
opzigten vati verfchilt, niet zyn kan; zo mini
als
iïs, rima, hiante, Spt. Kat. XIL Gen. 311. M. L. U. 516.'
N. 88- BoNANN, Recr, II. T. 88. RUMPH. Mus. T. 48.
f. 10. GüALTH. Tefi. T. 71, f, E. Cor Bovis ARGEnw
Cench. T. c6, (23) f. K. G i n ann. Mdriat. T. H. T. 1-9,.
f, 119. SEB. M u s . III. T. 8ö. f. i. KNORR Verzam» VI-’
Deel, Pl. 8< fig. u
aSp
als die, welke in ’t Wei-k van R umphius VI.
door den Uitgeever was ingevoegd , en toen
nog hooit Doublet gezien, derhalve flegtsHoofd;
.dubbelde Zotskap-Schulp getyte]d. stuk.
Dit Schulpdier onthoudt zig, volgens Bo-
n a n n i , in de diepten van de Adriatifehe Zee
o f Golf van Venetie, by de Kust van Dalma-
tie. Het heeft de Schaal dun en broofch, in
hgare holligheid als Yvoor, van buiten met
eene vast aankleevende Huid, die rosagtigis,
bekleed; wordende, hoe verder van’t Scharnier
a f , hoe geeler en Roestkleuriger. W y
hebbenze thans wit, bruin of geel, doch meest
witagtig met geele Banden, en dikwils met
fterke aanzoomingen van de Schaal, naar dë
Opening der Kleppen toe, Men vindt ook,
doch zeer zeldzaam, Zotskappen met eeneri
paarfchen Mond.
O 55} Kom-Doublet, die de Schaal geplooid Crv.
heeft en als een Gewelf met Schubben * ^ ,lma
den Aars gaapende en getand. FouSnbak.
In geene Doubletten i s , tot heden, zulk
eeh
(155) cbama TeSta pllcati fornicato (quatnofa, An'o hiante
Crénato. M. L. U. 512. N. 8r. Ol e a r . Mus. T. zg. f 6.
li o n A NN. Recr. II. f, 83 » 84. Chamafquamata. R um Pfi,
Mus. T♦ 42. f, A , II. G ü Al t h. Test. T. gi. f. A-G. T.
93. C. B. Imbricata aut Faitiére. ARGENv. Concb. T. 26.
(23.) f. E. Re g e n F. Cencb. T. 10. f, 48. K n o Ar,
Verzam. I. D. Pl. 19. f. 3.
T T
u Deel. xv. stuk.