VI.
.Af d e e l .
XXXH
o o f d
s t u k .
XVII.
Lep as Ar.'
ferifera.
Ganzen,
Schulp.
den. Zy zyn te famen verbonden door een
Vlies, dat de geheele binnenkant bekleedt.
De Geftalte van dat Schulpdier, ’t welk de
Heer d-Ar o e n v i l l e met de Letters F , G,
aangeweezcn heeft, en ’t gene hy zegt in
het Kanaal, tusfchen Engeland en Vrankryk,
aan Zeeplanten gehecht, voor te komen, doet
hetzelve my tot deeze Soort betrekken, hoewel
het de Schaal niet meer dan Vyfklep-
pig heeft. E l l is heeft hetzelve ook het
Brittannifch Kanaal Pennemes geheten. Ik behoef
niet te zeggen, dat de figuur yan beiden
veel naar een Pennemes gelykt.
(17) Lepas, die de Schaal famengedrukt vyf-
kleppig en gejlreept heeft, dp een Darm
zittende.
In de Amerikaanfche Zee komt deeze voor,
die onder de Verfteende Schulpen groot is,
doch hier de Schaal kleiner dan Lynzaad
heeft. Haar maakzel is volftrekt aH dat der
Eendefchulpem, uitgenomen dat zy de Kleppen
duidelyk gegroefd heeft met verheven
Sleuven, zegt L 1 n n m u s. Waarom , zou
men mogen vraagen, heet deeze dan Anferi'
fera o f Ganzen-Schulp ?
(18) Le-
(17) Lepas TeSta compresfa, qnino uevalvi flriata , Inrefil-
no infidente, Syst. Nat, XII,
w
^18) Lepas, die de Schaal famengedrukt, vyf- V|. <
kleppig en effen heeft, op een Darm
tende. Hoofdstuk.
De groote menigte van zwemmende Water-
vogelen, omftreeks de Noorder en Wester-««nfe™*
Kende*
Eilanden van Schotland jaarlyks voortkomen- schulp,
de, zonder dat men wist van waar zy kwamen
aan den eenen, en derzelver manier van
Aazen op zekere Wormagtige Lighaamen, aldaar
menigvuldig aan rottig Hout, dat ift Zee
dreef groeijende, met Schulpen aan ’t end,
die als kleine Vedertjes uitgaven, aan den anderen
kant; bragt weleer het algemeene denkbeeld
ter baan, dat die Eendvogelen hunnen
oirfis)
Lepas Testa compresfa qninquevalvi Isevi, Inteftino
infidente. Faun, Suec, 2120. M. L. U. 4S8. N. 6*. Lepas
Tesli compresfa bad MembtaiiS cylindriea. Faun. Suec, Ed.
I. N. 1350. Concha Anatifera, A l d r o t , Ornith. Cap. 20*
f. S48. Teïlina pedata. Bo k a n n . Keer, a. f. 2. Concha
Pedata. Im p i r a t . Nat. 904. s t a l p a r t Ohf 11. p.
418. T. 15. BARï H. Cent, 6. p. 271« WORM. Muf, 256,
MARC GR. Lraftl. 188. G p W , Muf, 148. HOIFH,
Inf. 3. T,6 . S 1 RB , Muf. 170. N. 2. LIST. Exercit. III.
T. 7. f. 4 , S. Concb.T, 440. fi 283. Gi/ALTH. Test, T.
I06. f. A----- D, D’ARGENV. Concb. T. 30 (26.) f. E.
P L A N C. Concb, T. 5. f. 4. C o L U M N. Pbytob, 110. T. 30.
Arbor ex cujus Ligni putredine Vermes. 1 , 2 , 3. b a u h .
Pinax, SI3. NEEDHAM Microgr, T. 7. f. I, 1 & Tab. 6.
Se b, Muf. III. T. j6, f, 1 , 2. Lepas Anatifera cum Tri-
tone. O sB. Itm, 82. Phil. Tranfaïï. 1738. VoL. II. T„
S4. f. S, 6, XïJORR Verzam. II. D, PJ, 39, f, 4, S,
H 5
I. Deel. xv. stuk.