Afdeel. Hoewel deeze van R u m j? ii i u s niet Letter-
X LV .* lyk door L i n Njeüs aangehaald wordt, zo
Hoofd- blykc echter dat hy de gewoone, groote, ruu-
we Ham-Doubletten bedoele, De woonplaats
wordt door zyn Ed, gefield in de Zuider en
Indifche Oceaan; als ook'in de Middellandfche
Zee. Men vindtze aan de Kust van Proven*
ce ongevaar een Voet, en aan de Kusten van
Italië van twee Voeten en daar boven. Ik
heb ’er van die beide langten; waar van de
grootfle negen Duimen breed is en drie Duimen
dik. Dit maakt een ontzaglyke Holfter-
Schulp: doch G u a l t h i e r i zegt dat’er zyn
van over de vier Voeten langte. Zulks overtreft
nog die van B o n a n n i , welke vanden-
zelven Pinna magna getyteld wordt, de langte
hebbende van drie Palmen , dat omtrent
een Elle is , aldus door hem befchreeven.
klei«» „ Een Schulp in ’t Zand o f in Slyk voortij
komende, met veelerley naamen van de Au-
,, theuren betekend. Van buiten zweemt de ge-
„ daante naar een Kluit Aarde, alzo z y , in de
„ Slyk voortgekomen zynde, zig geheel mor-
, , fig vertoont. V an binnen is zy roodagtig o f
,, glanzig bruin rood doch het fpitfe gedeel-
„ te , waar het Dier aankleeft, is Paarl- o f
,, Koperkleurig. Maar, zo zy haare ftand-
,, plaats heeft in Zand, dan is zy van buiten
, , minder ruuw, van binnen blaauwagtig Zil-
,, verkleur. De Schaalen zyn byna plat in het
Si breedfte gedeelte, doch naar de Spits toe
,, formeeren zy als ’t ware een vierkantigen
„ Kegel.” XLV*"
Ik verwonder my, dat deeze Autheuren geen hoofd-
gewag maaken van een weezentlyk onderfcheid, stuk.
dat tusfchen deeze groote ruuwe Ham-Dou-^er^
bletten en de kleine fynere plaats heeft. De
groote, naamelyk, fluiten zig aan *t breedfte
end v o l k o m e n , gclykerwys de Mosfelen, cn
dit zal de reden zyn, dat B e l l o n iu s kon
zeggen: die nimmer een Pinna heeft gezien,
behoeft zig flegts een Mosfel te verbeelden van
een Voet lang en een half Voet breed. Inderdaad
deeze Soort gelykt zeer naar een gewoone
Mosfel: terwyl de volgende, die aan ’t breedfte
end altoos gaapen, grootelyks in Geftalte
daar van verfchillen.
Dat ’er fomtyds bruine, fomtyds biankéPaar-Paatien
len in de Ham-Doubletten voorkomen verzekert
G u a l t h i e r i op ’t gezag van A ld r o *
v a n d u s , die dienaangaande aldus fpreekt.
,, De zogenaamde Pinna brengt Paarlen voort
„ in Acamie, volgens P l in i us , en T h e o-
„ ph r a s tu s by A t HENiEUs verhaalt, dat
„ een Oester, die naar de Pinna gelykt, maar
„ kleiner is, de Moeder zy der Paarlen. In
„ zekere Indifche Ham-Doubletten, die in de
,, Zee van Orotigna en der Eilanden, welke zig
„ aldaar bevinden, Ghira, naamelyk Chara en
Procofis, gevondën worden, komen Paarlen
„ voort, die niet zeer goed noch fraay van
„ Kleur